maandag 25 februari 2013

Waar is mijn gebit?

Tja, en na de superleuke donderdag, volgde slechts een paar uur later, het afscheid. Afscheid van Peet, Eef en Storm. Afscheid van AK. Afscheid van mijn 10 dagen durende kuuroord.

Toen we door de sneeuw thuis waren gekomen, nam ik een sprintje naar mijn cabin. Mijn koffer moest nog worden ingepakt. En ik wilde vroeg naar bed; om kwart voor drie s nachts zou mijn wekker gaan. Want om kwart over drie moesten we op weg naar het vliegveld. Leuke tijd.

De koffer. Dat was nog een hele toestand. Ik was in de veronderstelling dat daar een mud Alaskiaanse hebbedingetjes in zouden passen, nu al die cadeautjes (ach, jij gaat toch naar Eef, kan je en presentje voor haar meenemen) eruit waren. Hell! Niets was minder waar. Sterker: ik was genoodzaakt teen en tander achter te laten. Zo liet ik een aantal boeken achter voor Eef. Dat is niet erg, sterker: dat had ik eigenlijk al bedacht. Ook moest ik mijn rechtsdraaiende muesli-repen achterlaten die ik had gekocht voor het geval ik een hongerklop zou krijgen. Ook niet echt erg. Wat wel erg was: ik moest een kilozak blueberry's omhuld in pure chocolade achterlaten. Een ramp! Maar hee, een kilo... hoe moest ik dat regelen?! Dat ging echt niet. Ik praatte het goed door te denken dat mijn dietiste supertrots op me zou zijn. Ik moest wat. Ik had dan wel lichtgewicht sportschoenen gekocht, maar die namen ondanks dat ze geen drol wegen, wel een flinke plek in beslag, want maat 41,5. En ga zo maar door. Voor mijn vader kocht ik een groot pak havermout, want dat vindt ie leuk. Ook een kilo. En ellende bij de douane maar daarover straks meer.

Een beste bak havermout. Foto: Jan van Leeuwen

Ik verdeelde de buit over mijn koffer en handbagage. Vrijdagochtend om tien over drie parelden zweetdruppels over mijn voorhoofd. De koffer was dicht. Tevreden stond ik er met mijn handen in mijn zij naar te kijken. Toen ik naar beneden keek, schrok ik. Oh nee he?! Ik had mijn pantoffels nog aan. Die moesten er oooook nog in. De pantoffels frommelde ik in het voorvak. Ik had alles. De koffer was best zwaar en ik vermoedde dan ook dat ik meer dan 22 kilo mee ging zeulen. Peet bevestigde mijn vermoeden. "Geen punt Ka, doen ze niet moeilijk over." Een waarheid als een koe; op het vliegveld werd er een label 'Heavy' aan gehangen zodat de Delta-medewerker geen hernia aan mijn koffer zou overhouden, en daar ging: op naar Nederland.

Voorrang

Eef reed ons naar het vliegveld. Het was voor het eerst sinds tijden stil in de Subaru. Dat had alles te maken met het onmens vroege tijdstip maar ook met het naderend afscheid. Uiteraard sneeuwde het. We reden de Knik af en toen gebeurde het. Neen, geen noorderlicht, geen bald eagle onder een rode lamp, nee hoor, een overstekende moose. Hij kwam van rechts -dus had voorrang- uit het bos, Eef remde zacht -want het was glad- en we sloegen talloze kruisjes dat dat beest door zou lopen en niet zou gaan stilstaan zodat ie vervolgens met een doffe klap op de motorkap zou belanden. Daar hadden we echt geen tijd voor. God en de rest was met ons, want het beest kuierde op zijn dooie gemakkie naar de overkant.



Voor wie geen idee heeft hoe een moose eruit ziet
en hoe groot ie is, heb ik deze foto van internet gehaald.
Geloof het of niet, drie minuten later stak de broer van de eerste moose over. Zelfde verhaal, zelfde afloop. Kon ik toch weer mooi afvinken op mijn lijstje. Rest nog: noorderlicht. Goed. We arriveerden op het vliegveld. Ik open de achterklep om mijn tas eruit te halen vraagt Eef: "Ehm, Ka, kun jij deze cadeautjes meenemen voor Tijmen -je gaat toch naar NL, kan je dit mooi meenemen- zijn verjaardag?" Het zweet brak me voor de tweede keer in korte tijd uit die ochtend. Want mijn tas zat echt nokkie nokkie vol. Ik ritste zorgvuldig de klep open, schoof het cadeau erin, deed het kleinere cadeautje in mijn handtas, omhelsde Eef met een diepe snik en tranen en ging door de douane.

Hula hoop-girl

Ik kwam zonder kleerscheuren door de douane. Mijn handbagage-trolley echter niet. Die werd eruit gepikt. Een vriendelijke medewerkster vroeg of ik er vloeibare spullen in had. Nee. Of zij mijn koffer kon openen. Yes. En daar ging de klep open. Ik zag mijn laptop in mijn wollen muts -leek me veilig- mijn Hula hoop-girl -had Froukje voor me meegenomen uit Hawai, ik wilde zo graag zo'n poppetje in een zomers rokje- mijn lichtgewicht gympen, zakdoeken en nog veel meer. De dame haalde mijn pot havermout eruit. Damn! Het zou toch niet zo zijn dat ik die moest achterlaten? Dan had ik beter mijn blueberry's gehuld in pure chocolade mee kunnen nemen in plaats van die zemelen. Ze vroeg wat het was. Leek me duidelijk; stond erop. Maar bijdehand doen was geen optie dus ik legde uit dat het voor mijn dad was, omdat ie dat zo lekker vindt blablabla. Ze nam het mee. En kwam terug met de bus. Ze had alleen het deksel gelicht en alles was oke. "Have nice day", glimlachte ze. Yes!

Set of theeth

Op naar Minneapolis, de stad waar mijn held Prince is geboren! We zaten wat krapjes in het vliegtuig. Olga zat bij het raam, ik zat in het midden, en naast mij een behoorlijke Amerikaanse. Vriendelijk, stonk niet maar nam wat ruimte in beslag. Voor ons een zat een groot echtpaar op leeftijd. We hadden vijf uur te gaan. Aan het eind van de vlucht werd het echtpaar wat zenuwachtig. Ze zochten duidelijk iets. Maar wat? Ik gokte de bril van de vrouw. "Wrong", schudde de Amerikaanse naast me, terwijl ze begon te lachen. Het was erger dan dat. De vrouw voor ons, draaide zich om. Keurig vroeg ik wat ze zocht. Met een ingevallen bovenlip antwoordde ze: "My set of teeth". Ik geloofde mijn oren niet. Ze was gewoon haar bovengebit kwijt. Ze had m in een servetje gewikkeld en nu was ie weg. Waarschijnlijk mee met het vuil. Haar minstens tweehonderd kilo wegende echtgenoot liet zich op zijn knieen vallen tussen de stoelen. Ik was als de dood dat de beste man shocking klem kwam te zitten. Voor de vorm keek ik ook onder de stoel. Geen gebit. Olga en ik besloten elkaar niet aan te kijken. Je kon deze vrouw niet uitlachen. Dat zou de nekslag zijn. Hoe het met haar set of teeth is afgelopen, vertelt het verhaal niet, maar zelden heb ik zoiets idioots meegemaakt.

Miss Van Loeuwwwen

Of toch. Aangekomen op Minneapolis zochten Olga en ik naar een tentje waar we konden lunchen. Voor ons liep een hippie meisje met een enorme sliert wc-papier achter haar aan. Was dit hip? Had ik iets gemist? Nee hoor, toen Olga het meisje wees op haar enorme papieren staart, werd ze rood en trok het papier uit haar broek. Ze kon het aan ons geven, wij piesten in ons broek.
We gingen naar de wc en toen we daar uit kwamen, ving ik nog net op: "Miss Ven Loeuwwen en miss Sjudddemeeet". Dat waren wij! Van Leeuwen en Schuddemat! We informeerden en het bleek dat het vliegtuig op ons stond te wachten. Wij dachten ruim twee uur te hebben op het vliegveld, maar hadden geen rekening gehouden met het tijdsverschil. Net op het nippertje arriveerden we bij de gate en schoten het vliegtuig in. Zo'n 300 ogen op ons gericht. "Hi guys", mompelde ik en liet me in mijn stoel zakken. Zuchtend en okselklotsend. Voordeel was wel dat we zo konden zitten, nergens hoefden te wachten en, ook zo fijn, dat onze tassen op Schiphol als eerste de band oprolden, want, zo opperde Robert, die hadden ze er al uitgehaald omdat wij er niet waren. Hiaaa!

Olga zat naast een Schot die al behoorlijk dronken was. Tot overmaat van ramp stootte ie ook nog zijn bekertje rode wijn om, de helft belandde op Olga. Omslachtig begon de Schot te deppen. "Never mind, never mind", riep Olga terwijl ze hem wel wat kon aandoen.

Het eind was in zicht, het vliegtuig werd om 6.35 uur vakkundig door de piloot op de landingsbaan gezet. Robert stond met mijn kabouters te wachten. Eind goed al goed.

 

Thank you thank you...

Wat een reis, wat een avontuur, wat een belevenis. Ik ben blij dat ik ben gegaan, dat ik deze kans met beide handen pakte. Het was zo fijn om samen met Olga naar Eef, Peet en Storm te reizen, om te zien hoe ze daar wonen, leven en werken. Voor geen goud had ik het willen missen.

Peet, Eef en Storm.... hoe ik jullie ooit moet bedanken, is me een raadsel. Wat was dit gaaf. Wat zijn jullie een schatties. Love U guys!

Ik had dit bijzonder leuke tripje nooit kunnen maken als Robert niet had gezegd: "Ga maar, ik neem een week vrij en  ik zorg voor Bob en Tom." Ook niet zonder mijn ouders die insprongen waar nodig en het leventje van Bob en Tom zo normaal mogelijk lieten verlopen. Olga, many thanks voor je aangename gezelschap, dat kunnen wij wel.

En jij, Ka gaat naar Alaska-lezer, super bedankt. Voor de positieve reacties. Ik vond het erg leuk deze blog te schrijven, maar het werd nog leuker toen ik merkte dat ik werd gevolgd. Dat mensen er om moesten lachen. Daar had ik niet op durven dromen.

Mocht ik verder gaan bloggen, zijn jullie de eerste die het horen...

www.knikriverlodge.com

En, omdat we er geen genoeg van kunnen krijgen, hier voor de liefhebbers nog wat foto's. Want: gelukkig hebben we de foto's nog....

                                           
                                           Mijn ontbijt: versgebakken brood met marmelade en, ja
                                                    hoor twee blueberry's omhuld in pure chocolade on top...

                                         
                                           The golden girls.


                                          Peet en ik bij de Italiaan, in afwachting van de Moose Pie.


 
                                                         Betonnen pannenkoeken in Gwennies.


                                              Met mijn vriendje Storm en zijn oma op de bank.


                                            Gouden bobslee-duo Olga en Ka.


                                             En de trein? De trein denderde door....












zondag 24 februari 2013

Blaadjes sla en scharrelthee

De laatste dag brak aan in AK. Ik werd wakker. Keek naar buiten en realiseerde me dat het beeld dat ik zag, serene bergen vol sneeuw, een vijftig tinten blauwe lucht, voorlopig niet meer zou zien. Maar voordat ik een depressie zou storten, besloot ik intens te genieten van deze laatste dag. Ik begon m goed en smste Eef dat ik iets later zou komen, ik moest genieten van het in bed zitten, kop thee erbij en bloggen. Bovendien hadden we de laatste dag een rustige dag gepland. Koffers inpakken, nog een laatste keer naar Palmer, vroeg eten en vroeg naar bed. Om kwart voor drie s nachts zou de wekker immers gaan.

Door de sneeuw stiefelde ik naar het huis van Peet en Eef. En ineens kwam ik in een achtbaan terecht. Want nee, we gingen niet een rustig daggie houden, hoe kwam ik daar nou bij, we moesten leven alsof het onze laatste dag was. Dat laatste verzon ik er zelf bij. Prima. Op het programma stond een prachtige rit langs de kust naar Girdwood. Daar zouden Peet en Storm gaan skieen en dan zouden Olga en ik samen met Eef kunnen kijken en koffie leuten. Prima!

En zo zaten we niet veel later met zijn allen in de Subaru. Op naar Girdwood. Een adembenemende tocht. De zon scheen, de lucht was Alaskiaans blauw. Ik zoog alles op als een spons. Die indrukken zou ik later wel weer een plekkie geven. Peet had er goed de sokken in en wees een nest van een bald eagle aan.


Lijkt goddomme wel een schilderij van Bob Ross...

Girdwood is, zo vertelde Eef, een soort community voor mensen die dagelijks minstens vijf blaadjes sla eten, rechtsdraaiende muesli naar binnenstampen en daarbij scharrelthee drinken. Het maakte mij allemaal niet uit, het was prachtig hier. Mooie huisjes, midden in de besneeuwde dennenbomen. Wintersporten om de hoek. Gottegottegot. Wat hebben die Alaskianen het toch slecht.

          Peet en Storm op weg naar Blueberry Hill.

We kwamen aan bij het wintersportgebied. Storm hees zich in zijn ski-outfit, zwaaide als een stoere skiboy, plaatste zijn handjes op zijn knieen, neus rechtvooruit en hopsa, zo achter de Peet de Blueberry Hill af. De tranen stonden in mijn ogen. Moest je dat vriendje van me toch van me die berg af zien scheuren... "Hee Ka, zag je how ik van de hill afging", vroeg ie me. Nou en of. Olga, Eef en ik stortten ons op een smakelijke hotdog, met sauerkraut en friet. Een goede bodem is immers het halve werk.

Terwijl Peet en Storm zich uitleefden op de lange latten, besloten wij de omgeving te bekijken. We reden tussen de bergen, zagen en passant nog eens twee bald eagles (gaaaap) en draaiden Born in the USA van Bruce keihard. Alaska zoals Alaska bedoeld is, vond ik.

 
Na onze dolle rit haalden we de mannen weer op en koersten naar het pizzarestaurant Moose's Tooth in Anchorage. Peet had daar enorme zin in, Olga juichte dat ze 'daar de beste pizza's hadden die ze ooit had, gegeten, Eef deed haar man en moeder gewoon een plezier en mij maakte het niet uit. Ik eet geen kaas, maar ze zouden ongetwijfeld wat anders op het menu hebben zonder kaas. We moesten er op tijd zijn; het was een gewild restaurant en we kwamen toch met vijf man sterk binnen.



Toen we we het restaurant binnenkwamen, viel ik zo ongeveer flauw. In de loop der jaren had ik mijn afschuw voor kaas redelijk onder controle, maar men, wat een lucht hing daar. Ik voelde mijn hotdog inclusief sauerkraut een stukje omhoog komen. Stabiliseren, Ka, stabiliseren. Zolang mijn disgenoten maar geen kaasfondue zouden bestellen, zou ik het overleven.

Peet en Olga kozen en medium pizza, Eef en ik gingen voor een salade en Storm nam reepjes pizzadeeg met kaas. Op tafel werd een stellage gezet. Al snel werd me duidelijk waarvoor die stellage was; daar moest de pizza op landen. Zelden zag ik zo'n grote pizza. Olga kreeg een rolling en had na een puntje al genoeg, zodat Peet stevig kon bikkelen.

 
                                              Olga vraagt zich af hoe ze de helft van deze pizza naar
                                                                         binnen moet werken...

Bij het zien van het formaat van de pizza, was ik zeer content met mijn ozo slanke kip salade met cranberries en grapefruit. Want, zo had ik bedacht, dan had ik plenty ruimte voor een dessert. Peet was erg blij dat ik mee was, nu kon hij eindelijk zijn favoriete toetje delen: Moose Pie, een dessert voor twee personen. Zooooo! Een soort ijstaart met koffie, koek, chocola, slagroom, kortom: smerig lekker. De gedachte dat ik thuis weer Optimel op het toetjesmenu had staan, duwde ik hardhandig weg. Zover was het nog niet.

Uiteraard sneeuwde het toen we het inmiddels bomvolle restaurant verlieten. We maakten ons op voor een kort nachtje; om kwart voor drie zou de wekker gaan en kwam er een eind aan onze reis.

www.knikriverlodge.com

Voor de liefhebbers nog wat foto's:

                                             IJs ijs ijs, baby! Op weg naar Girdwood!
                                                   


                                            De schoolbus brengt kinderen naar het wintersportgebied.

 
                                            Storm en de reuzepizza.


donderdag 21 februari 2013

Are you German?

 
De drukke dag van gisteren had er behoorlijk ingehakt; ik werd pas om 7.00 uur wakker in plaats van mijn gebruikelijke 6.00 uur. Gelukkig heb ik vakantie....

 
Vandaag hadden we een dames-dagje op het programma staan. Storm vond het wel jammer dat ie ons moest missen, maar het idee dat ie allerlei shops in werd gesleurd, vond ie weinig aantrekkelijk. Dus vrolijk zwaaide hij ons uit.

Bye Storm, tot straks!


Voordat we gingen zette ik nog wat Lego-dingetjes voor hem in elkaar. Met twee vingers in mijn neus. Een heuse Lego-master, dat is wat ik ben.
 
 
Om half twaalf vertrokken we, op naar Anchorage. Onderweg haalden we een koffie bij de Starbucks. Niet binnen, welnee, via de drive-thru. Geweldig! Gewoon in je auto blijven zitten, je tettert in dat microfoontje wat je wilt hebben, en Jonathan – hi guys, how are you doing?- zet het allemaal voor je klaar. Zo heb ik dat graag. Enfin.
 
 
Onderweg gebeurde het. Eindelijk. Eindelijk zag ik m vliegen, de bald eagle. Hij vloog over de Subaru , en door het open dak kon ik m goed zien. Waanzinnig! Ik zag het leed op zijn vleugels, die krachtige wieken. Het mietje onder de infraroodlamp vergat ik, dit was waar het om ging. Niet veel later zagen we er nog een vliegen. Ik vermoed dat de Alaskiaanse VVV de beesten voor me heeft uitgezet, maar het kan mij niet schelen, ik heb nu definitief van mijn lijstje afgevinkt.
 
 
Postkantoor
Ook zo’n toestand. Het vinden van postzegels. In NL slof je naar de servicebalie van Appie en koopt postzegels. Geen vuiltje aan de lucht. Maar in Alaska doen ze daar niet aan, dat willy nilly verkopen van postzegels. We probeerden het maandag al, maar toen was het postkantoor gesloten wegens Presidentsday. In mijn steenkolen Engels probeerde ik het in de Fred Meyer. De medewerker had een ingewikkeld verhaal over Forever stamps en na drie zinnen was ik eigenlijk al afgehaakt, terwijl hij gedienstig doorging met zijn onsamenhangende verhaal. Ik knikte dom en hoopte dat ie op zou houden met praten.

 
Olga en ik grapten al dat we de kaarten mee zouden nemen naar Nederland, daar een postzegel erop jensen en hopsa op de post. Maar vandaag is het gelukt. In het winkelcentrum zat een postkantoor. Natuurlijk was het gesloten, want het mannetje van de post moest even een boterhammetje eten. De kruimels hingen nog aan zijn mond toen Olga en ik voor zijn balie stonden te drammen. “Ah, are you German?”. NEIN! We legden uit dat we Nederlanders zijn. De man veerde op. Benieuwd naar wat voor een connectie hij nou weer had, keken we m afwachtend aan. Hij bladerde opgewonden door een tijdschrift voor trouwerijen en liet trots een bruidspaar zien. De bruid was zijn dochter en de bruidegom was zijn schoonzoon uit….. bingo! Nederland! “Ow, das net Cor Bakker, Ka”, riep Olga enthousiast aan. Ik hoopte niet dat ze het vriendelijke kereltje ging uitleggen wie Cor Bakker was, maar dat deed ze niet. Bovendien leek de dutchmen met blond haar en blauwe ogen niet op Cor Bakker maar op Michael Boogerd. “Ja, Ka, verrek, je hebt gelijk.” Omdat het zo hilarisch allemaal was en ik inmiddels alle schaamte voorbij ben, zette ik het postkereltje op de foto en zo werd het toch nog een dolle boel in het anders o zo saaie postkantoor.

De vrolijke snuiter van het postkantoor.

 
Morgen breekt dan echt de laatste dag aan. Het wordt nog een hele toer om alles in mijn koffer te krijgen, om niet te spreken van een uitdaging...


Nou vooruit, nog even wat foto's:

Dit is mijn uitzicht vanuit mijn cabin. Kan er prima aan wennen.


We spelen het Rupsje-Nooitgnoeg-spel. Olga komt niet meer bij.


Mijn cabin. Let vooral op de enorme ijspegels.
                                      

woensdag 20 februari 2013

We moeten nog naar de bijen!

Het noorderlicht kan ik nog niet afvinken op mijn lijstje, dat was er vannacht niet. Wat ik voor de helft kan afstrepen van mijn lijstje is de bald eagle. Maar laat ik bij het begin beginnen. Want vandaag is mijn grote vriend Storm 5 jaar geworden! Dus dat was een feestelijk begin van de dag. Boedelbak weer vol cadeautjes ingeladen en op naar Storm, the birthday boy. Na het uitpakken van talloze cadeautjes maakten we ons op voor een rit naar Anchorage om daar een echt Alaskiaans breakfast naar binnen te stampen.

Yeah! Storm is vandaag ECHT vijf jaar geworden!


Met Peet achter het stuur waren die suicide birdies hun leven helemaal niet zeker. Peet tuurde naar de toppen van de besneeuwde bomen op zoek naar een bald eagle. “Ze zitten er echt hoor, Ka, vorige week heb ik een hele pluk zien zitten”, bralde ‘ie. Ja ja. En nu dachten de baldies: daar is Ka, wegwezen met die hap. Enfin.

Het breakfast werd een lunch bij Gwennies, Old Alaska Restaurant, geen punt want Gwennies serveert de hele dag breakfast, wel zo handig dus. We liepen een soort grot binnen en ik kon de beer van mijn lijstje afstrepen want die stond daar, weliswaar opgezet, maar in dit geval is een beer een beer.

Deze beer kunnen we aan en bovendien staat íe
in een wensvijvertje; muntje in het water
en wensen maar.

Zelfs het personeel in Gwennies was old, doch vriendelijk. Toen we vertelden dat Storm jarig was, klapte de serveerster in haar handen en vertrouwde ons toe dat haar moeder ook jarig was. Ik vermoed dat die moeder 107 is geworden, maar toch, het schept een band.

Mijn breakfast/lucnh bestond uit 2 repen bacon, een spiegeleitje (ook wel: Sunny side up genoemd), en pancakes. Super. Ik heb van 13.00 tot 18.30 uur geen honger meer gehad. Die pannenkoeken waren van een soort beton gemaakt.. Maar mijn moeder zegt altijd: ‘Je moet goed eten met die kou”, en koud was het.

Toen we Gwennies wilde verlaten stond een oude man, met lang haar in een staart en een geruite bloes op uit zijn stoel en liep op Storm af om hem een dollar te geven. "For your birthday, kid", knauwde hij. Over diezelfde man hadden we vijf minuten daarvoor nog zitten roddelen en hem belachelijk gemaakt. "Hey is that your mam?", "No, thats Willy Nelson!". En zo zie je maar, niets is wat het lijkt.

Dierentuin

Op naar de Alaska Zoo. Daar wilde Storm graag naar toe op zijn verjaardag. Ik heb niets met dierentuinen, heb sowieso weinig met dieren, maar met Storm wilde ik graag gaan. Het was -10 graden en ik was blij dat ik mijn thermo-shirtje aan had, want het was best fris zeg maar. De dierentuin in Anchorage is er een naar mijn hart. Niet te groot, overzichtelijk en veul leukere dieren dan in Nederland. Storm huppelde opgewekt langs de dierenverblijven. De beestjes zijn trouwens allemaal opgevangen, dus niet aangekocht voor de dierentuin, nee, er wordt een eagle door een of andere malloot in zijn vleugel geschoten (he, shit), en dan wordt die eagle opgevangen. Sympathiek dus. En daar gebeurde het. Daar in de dierentuin viel mijn droom aan diggelen. Want natuurlijk zat daar een bald eagle, sterker: twee.

Weliswaar in gevangenschap, maar toch: de bald eagle!
Tot zover alles prima. Maar toen. We liepen om en kwamen aan de andere kant van het bald eagle verblijf. En daar zat ie. De andere bald eagle. En waar zat die softie? Dat watje zat onder een warmtelamp. Zo'n rode warmtelamp. Ik kon wel huilen. Dacht dat het stoere sterke knapen waren, die het wereldleed op hun vleugels namen, die vochten als een leeuw in de gletchers van Alaska. Maar nee.  Deze idioot zat onder een warmtelamp.


Daar zit ie dan de sukkel, onder een warmtelamp.

Eef zag mijn teleurstelling, gaf me een arm en zei: "Kom maar sweetie, we gaan naar de bijen, daar moeten we ook nog heen." Ik keek haar aan en pieste bijna in mijn broek, wat ik koste wat het kost wilde voorkomen want dat zou gelijk bevriezen. De bijen. Om te gieren. En inderdaad daar in het bijenhok zaten de bee's. 
Gelukkig wilde Storm niet overal uren bij de dieren staan kijken, want het was echt takkekoud. Nadat we ze allemaal gezien hadden, op de bruine beren na want die lagen natuurlijk weer te slapen, jumpten we weer in de auto.

Hilltop

Op naar Hilltop Ski Area. Want Storm en Peet zouden gaan skien. "Kijk Ka", zei Storm uiterst serieus, "je zet je handen op je knieen, je neus naar voren en dan kun je skieen." Easy as that. Maar ik liet de ski-beker even aan mij voorbijgaan; zag me zelf al met een gebroken been thuiskomen. Mijn slee-avontuur had me al een fikse blauwe plek op mijn rug opgeleverd. Meer dan voldoende.


Storm en Peet op Hilltop Ski Area.

We keken hoe Storm en Peet van de berg afzeilden. Met een gemak om jaloers op te worden. Eef, Olga en ik jumpten in de auto en scheurden naar de Target een immense winkel vol leuk dingen. We hadden maar een uur, maar zoals inmiddels bekend: ik kan zeer tactisch winkelen. Daarna haalden we de wntersportmannen weer op. En toen zag de skibaan er zo uit:


Hilltop by night.

De feestdag was nog steeds niet op; als hekkensluiter stond er een etentje in een restaurant gepland. Dat was nog een hele toestand want velen hadden hetzelfde idee opgevat, waardoor er wachtlijsten waren. Uiteindelijk konden we terecht in Outback Steakhouse. Zo'n restaurant waar je als je een biertje besteld een flesje zonder glas krijgt, want hee mate, er zit tenslotte al glas omheen. Ik hou er zo van. Heerlijk gegeten en toen we naar huis reden, sneeuwde het weer. Last Christmas popte weer op, zeker omdat er overal nog kerstversiering hangt.

Het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd en ik viel in een diepe slaap. Een boel te verwerken tenslotte.
En nu schiet het op; nog twee dagen te gaan en dan gaan Olga en ik weer op huus aan. Oei! Nog maar even niet aan denken...


En voor de liefhebber nog wat foto's:


Hier word je toch blij van?


Op naar de ijsberen.

Hilltop, daar waar je zo lekker kunt skieen.

Prachtig poolvosje.


www.knikriverlodge.com




dinsdag 19 februari 2013

He Ka, heb je warme tenen?

Hatcher Pass. Dat stond vandaag op het programma, herinnerde ik me toen ik wakker werd. Het had weer flink gesneeuwd en Peet was druk met het verwijderen van de sneeuw zodat ik veilig het huis van Peet en Eef kon bereiken. Het verplaatsen van sneeuw doet ie met een apparaat waar menig man jaloers is, dat weet ik zeker. Want: het maakt herrie, je moet je kop erbij houden (je moet namelijk de sneeuw de goede kant op laten stuiven), en je hebt balls, eh ik bedoel muscles nodig om dat verdomd handige apparaat in bedwang te houden. Ik vind het allemaal prachtig als ik me maar een beetje comfortabel kan voortbewegen. Maar respect voor Peet die als het ff tegenzit dagen achter elkaar sneeuw moet ruimen. Ik heb al zo’n moeite met het schoonhouden van mijn stoep in Hilversum en word woest als ik het dan schoon heb gemaakt en het een uur later wederom begint te sneeuwen. Zo niet Peet. Maar ik vermoed dat dat alles met het apparaat heeft te maken.


En de boer? Die ploegde voort...

Enfin. Hatcher Pass. Hatcher Pass is een walhalla voor wintersporters. Staat dus niet boven aan mijn lijstje, zo dacht ik. Daar ben ik van teruggekomen. Eerst de weg erheen. Ik mocht voorin zitten, zodat ik de weg goed kon zien, zo had Eef bedacht. Goed plan. Ik ging lekker zitten en was klaar voor de omgeving. Want laten we wel wezen, de bald eagle had ik ook nog niet gespot en je kon niet weten. Ik kreeg de schrik van mijn leven toen we over de Knik zoefden en een aantal kleine vogeltjes enorm met hun leventje zag spelen. Wat was het geval? Die kleine opdonders met vleugels zitten met z’n allen gezellig op de weg en vreten het zout van het pekel eruit. Erg slim zijn deze vriendjes niet, en het duurt dan ook even voordat die gasten opvliegen. Moet je je voorstellen: je komt met een beste vaart aangassen en ineens vliegt een plukje van de beestjes uiteen. Je schrikt, wijkt uit en in de hoek waar je uitwijkt, zul je net zien, is altijd de sloomste van het stel. En die kwakt dan op de bumper. Ai. “Tja, suicide birds, doe je niks aan”, trok Eef haar schouders op. Toen ik erop ging letten, zag ik de kadavertjes in de weg steken. Snoeihard die natuur.


Deze foto is genomen vanuit de rijdende Subaru. What a view!

We vervolgden onze weg en ik maakte kennis met een ander Alaska dan ik tot dan toe had gezien. Immens grote besneeuwde bergen, met plukken wolk ervoor. Een strakblauwe lucht. De schoonheid van de natuur greep me bij mijn strot, schudde me door mekaar. Terecht. Dit is mooi. Dit is overweldigend. Bij Hatcher Pass aangekomen, waande ik mij in een wintersportgebied uit de jaren vijftig. Op de parkeerplaats van die fijne grote auto’s, mensen die op een gasstelletje warme chocolademelk bereidden, mannen met bevroren baarden op ski’s. “Jee wat is het druk man”, riep Eef uit. Ik keek om me heen. Druk? “Op een doordeweekse dag is hier niemand, ik snap er niets van”, legde Eef uit. Wat ze even over het hoofd had gezien: het was Presidents Day, Washingtons Birthday, dus een vrije dag.


Eef en Storm gieren met hun slee van de berg.

Hatcher Pass. Je kunt er skien, maar ook van een berg met je slee glijden. Storm had zijn slee, die hij voor zijn verjaardag had gekregen, meegenomen, en samen met Eef klauterde hij de berg op. Ik bleef met Olga beneden staan kijken. Toen al constateerde ik dat er weinig gevoel meer in mijn tenen zat. Ik probeerde ze wat heen en weer te wiebelen, maar dat mislukte. Mijn vijf tenen waren een geheel geworden. Mijn god. Ik stampte, ik danste, ik sprong. Niets hielp. We liepen naar een lodge om thee te drinken en te kijken of ik mijn tenen kon reanimeren. Ookal zo’n jaren vijftig toko met prachtige wintersportschilderijtjes aan de wand. De eigenaar begroette Eef met volle mond toen ze haar bestelling doorgaf en ik zag een stukje brood uit zijn mond op het truitje van Eef belanden. He gadverdamme. Ik had inmiddels mijn schoenen uitgedaan en wiebelde uit alle macht mijn tenen. Ja. Jaaaa! Ze deden het nog. Tevreden dronk ik mijn thee op, keek naar twee snowboarders die aan het worstelen waren in de sneeuw en met hun plank, en was gelukkig. Storm wilde weer op zijn slee. “Hee Ka, zijn je tenen al warm, dan kunnen we weer gaan”, drentelde ie om me heen. We betaalden de spugende man, en stortten ons weer in het wintersportgedruis.


Lekker thee drinken met uitzicht op de bergen.

De weg terug was net zo mooi als de heenweg. De Alaska-puzzel valt stukje bij beetje in elkaar en ik geniet.

Wellicht dat ik vannacht mijn bed wordt uitgetrommeld om naar het Noorderlicht te kijken, veel wijst erop dat we dat kunnen zien. Wellicht is een bald eagle bereid even door dat Noorderlicht te fladderen. Dan ben ik helemaal een gelukkig mens.

Nog even wat foto's omdat het zo allejezus prachtig is:



Kiek m gaan die Storm!




Tis toch net een ansichtkaart?



Olga en Eef in de lodge.

Storm heef een kleiner bergje gevonden waarvan
ie af kan zeilen.

maandag 18 februari 2013

Last Christmas

Toen ik vanochtend wakker werd, had ik een kriebel in mijn buik. Ik dacht even na waarom en toen wist ik het: Eef  heeft kennisgemaakt met  the big four O. Eindelijk een lotgenoot, een veertiger. Hoewel ik weinig talent heb ballonnen op te blazen, pakte ik mijn zakje 'Hoera 40-ballonnen', meegebracht uit Holland, en perste ze vol met lucht. Stoned als een garnaal zat ik op bed, maar had wel mooi drie ballonnen opgeblazen.

Ik pakte de boedelbak om alle cadeautjes die ik voor iedereen mee moest nemen, want ja, 'jij gaat tenslotte naar Eef en wat maakt het nou uit een kleinigheidje mee te nemen en het bespaart mij zoveel portokosten', en wandelde op mijn gemak naar Eef. Ongetwijfeld kon zij op dit moment een goede coach gebruiken, want 40 is toch wel een ding. Aan de muur in de keuken hing een to-do-list van hier tot Tokio en ik trof een enigszins verhitte Eef aan die de ene taart na de andere de oven inschoof. There you go. Kalmte kan je redden zeker als je 40 bent. Maar ja, dan heb je vast niet van die originele taarten zoals Storm die voor zijn vriendjes had.


Storms zijn verjaardagstaart. Let vooral ook op de uiterst
kunstig gevouwen kraanvogels.

Tot twee uur hadden we de tijd voor de voorbereidingen. Dat lijkt lang, maar zoals ik al zei: de to-do-list was oneindig. Ik kreeg ook een missie: de yurt versieren. Lijkt een simpele taak, maar onderschat dit niet. "En niet die Hollandse vlaggetjes ophangen, want die vind ik stom", riep Eef mij na toen ik door de tiefschnee stapte, terwijl ik Last Christmas van Wham maar niet uit mijn hoofd kon krijgen. Een zware druk ruste op mijn schouders. Ik versier nooit; Robert hangt thuis de slingers op. Die dingen gaan altijd door de war, hangen ondersteboven, het touwtje breekt, de punaises hebben pootjes  gekregen. Nee, dat is teveel stress. Maar het stresslevel van Eef was een stuk hoger, dus daar stond ik. De vlaggen in mijn hand. Ik had een lumineus idee: aan de buitenkant met die vrolijkheid. En zo geschiedde. Tot aan mijn knieen stond ik in de sneeuw met koude jatten de vlaggetjes op te hangen. Maar hee, ze hingen en Eef was tevreden en 40.

Aan de door mij zorgvuldig opgehangen vlaggetjes hing een
enorme ijspegel.


Om tien voor half drie -ik klokte het omdat ik benieuwd was of die Amerikanen nou een beetje op tijd op een feestje weten te komen- stapte de eerste gasten binnen. Claudia en Niki. Geen taalflaters want Claudia is een Nederlandse dus daar kon ik mooi tegen praten. Toen kwamen een vrouw, een meisje en het vriendje van Barbie binnen, Ken. Ken bleek Russell te heten en had zo'n heeeel strak gezicht en ogen zonder wallen of kringen. Zo een die er zo verrot gezond uitziet. Verdacht dus. Maar wat een aardige kerel. En daar kwam Froukje. Zoals haar naam al doet vermoeden: ook een Nederlandse. Had ik veel over gehoord dus daar kon ik lekker mee kletsen. Ik voorzag een aangename middag.

Op de slee
Na de taart en cadeautjes veranderde het gezelschap van decor. Het sneeuwde behoorlijk dus er moest buiten worden gespeeld. Last Christmas-neuriend hobbelde ik mee. Met sleetjes van de berg. Olga en ik sloegen het tafereel gade. Olga stootte me aan, keek schalks naar me, wees op een gifgroene slee en vroeg: "Zullen we, Ka?" Ik keek naar het stuk plastic met een touwtje eraan en ik keek Olga aan. Ik knikte. We lieten ons op de slee ploffen, Claudia hield het gevaarte tegen en daar gingen we. Ik had het volste vertrouwen in de stuurtechniek van Olga en was er eigenlijk van uitgegaan dat ze wist waar ze aan begon, even zag ik een bobslee-duo in ons huizen. Maar dat was een behoorlijke inschattingsfout. Olga had geen idee wat ze aan het doen was, de slee gierde over de sneeuw en crashte op een opstaande rand. We werden gelanceerd in de sneeuw en kwamen niet meer bij. Na een keer of vier van de berg afsjezen hielden we het voor gezien. Weinig talent, veel lol.


Een frisse crash in de verse sneeuw. Hopsa!


Ik had een behoorlijk natte kont gekregen van die sneeuw en mijn laarsen vol sneeuw schept, dus ik vond het wel weer genoeg. "Kom mee, we gaan smores eten", zei een van de gasten. Smores. Smores?! Bij de yurt had Peet een vuurtje gemaakt en aan takken werden uit de kluit gewassen marshmellows geroosterd. En dat was nog een hele kunst. Ik zette mijn pokerface op en hing mijn twijgje met spek achteloos in het vuur. Ik keek wat om me heen en toen ik naar mijn smores-in-wording- keek, zag ik dat het ding in de fik stond. Ik grijnste. Hij was in elk geval gaar. En toen kwam het: die heetgeblakerde marshmellow werd op een biscuitje gelegd, chocola on top weer een biscuitje erop en pletten die hap. Een plakkerige kledder, maar lekker. In eens begreep ik waar de naam smores vandaan kwam: we wants more.


Heetgeblakerde marshmellows.
Wat een indrukken allemaal. Ter afsluiting serveerde Peet de gasten een smakelijk kommetje erwtensoep. En daarna was het aftaaien. Ken zei iedereen gedag en hoewel ik niet veel met m had gepraat -had ik het maar wel gedaan want daar was ongetwijfeld weer een leuke spraakverwarring uit voortgekomen- kwam ie naar me toe sloeg zijn arm om mijn schouder en hugte me. Als een plank uit Holland hing ik in zijn arm en Ken verlangde ongetwijfeld naar zijn Barbie die wel zo lekker kan huggen. Ik besloot dat ik dat niet in mijn genen heb en dat een hand geven ook heel aardig is.
We ruimden de yurt op, dronken een bak koffie en ik ging terug naar mijn cabin. Het was een vroljike chaos in mijn hoofd. Zo'n feestje waarvan ik nu al weet dat ik daar nog vaak met plezier aan terug ga denken.


Nog een laatste sneeuwpretfoto: Claudia trekt Tessa
door de sneeuw terwijl hond B op Claudia's rug
springt.

zondag 17 februari 2013

Dames uit the Butte

Zoals ik gisteren aankondigde beleefden we vandaag een dagje in en om de lodge. Mijn dag begon met uitgebreid kletsen met Eef. In de keuken, terwijl ze cupcakes en een andere smakelijk baksel de oven inschoof, namen wij weer eens ouderwets het leven en door en fileerden het ene na het andere wereldprobleem in luttele seconden. Alsof ik wekelijks in haar keukentje vertoef.

Storm kon niet wachten en wilde ons de besneeuwde landerijen laten zien. Eigenlijk had ie een heuse hike –compleet met picknick- in gedachten, maar dat kon ik m uit zijn hoofd praten. Een rondje over de velden, Storm, dat is mooi zat. Vrolijk huppelde ie vooruit en liet Olga en mij alles zien. Zo ook het kantoor waar de gasten zich in het seizoen melden. Ik besloot even plaats te nemen achter de desk, gewoon om even te voelen hoe dat is. En stel dat ik ooit nog eens op zoek zou zijn naar een zomerjob….

Are you being served?!

Enfin.

Tijdens onze mini hike liepen een man een vrouw op de Knik River Lodge-landerijen. Ze liepen stevig door. ‘Na een moose nu een echtpaar?’ dacht ik enigszins in de war, want veel leven was hier immers niet. Eef grijnste en wees mij er fijntjes op dat dat twee dames waren. “Maar die achterste dan?”, vroeg ik verbaasd terwijl mijn wenkbrauwen richting mijn haargrens schoten.  Eef schudde vastbesloten haar hoofd. We maakten kennis met Karen en Marsharie, voor intimi Marsh, werkzaam bij de housekeeping van de lodge. Twee uit de kluitgewassen dames uit the Butte, een soort nabuurschap in Palmer. “Twee gouden wijven”, vertrouwde Eef mij toe. Dat ze zo nu en dan hun tanden vergeten in te doen en een stapeltje pannenkoeken boven hun broekband hebben hangen, wordt op de koop toegenomen. Een van de specialiteiten van Marsh is het rondbrengen van het ontbijt naar gasten. Doet ze enorm elegant. Het gaat als volgt: Marsh stampt het trappetje van de cabin op, ramt op de deur en gromt als een hardrocker die veel zuipt en zware shag rookt: brrrreeeeaaakkfaaasst! Reken maar dat menig gast rechtop in zijn bed heeft gezeten, genade vragend en zwaaiend met een witte zakdoek, het broodmandje aanpakte. Marsh is ongevaarlijk en oneindig loyaal. Voor de lodge zijn ze echt geweldig. En goed personeel vinden in zo’n dunbevolkt gebied is zoeken naar een speld in een hooiberg. Dan maar wat wijven met haar op hun tanden en bovenlip.

Na de rondleiding was het tijd om de yurt, de grote tent waar tijdens het seizoen gasten kunnen eten, te versieren. Want door alle toestanden zouden we haast vergeten dat de reden van mijn komst naar Alaska het vieren van twee verjaardagen is. Hoewel Eef morgen zal moeten aanvaarden dat ze 40 is, viert Storm die dag vast zijn vijfde verjaardag. Het thema had Eef allang bedacht: Gouden Boekjes. Ik kreeg ook een taak: kraanvogels in de themakleuren vouwen. Geen hond die het achter mij zoekt, maar ik kan dus kraanvogels vouwen. Dat kan ik al 30 jaar en het is ook het enige dat ik kan vouwen, maar het is genoeg en ik scoor er altijd mee. Dronken, ziek, zwak, misselijk, net wakker: vraag het me en ik vouw voor je. In de yurt was het takkekoud. De eerste vogels vouwde ik soepeltjes in elkaar, bij de tweede werden mijn vingers wat stram en de derde vielen er twee vingers van mijn hand. Ik besloot de yurt te verlaten en pakte in het huis van Peet en Eef de wasmand. Was ik toch aan het vouwen.


Olga en Storm helpen Eef met het veriseren van de yurt.


De bald eagle heeft gewonnen met verstoppertje maar kent kennelijk mijn ausdauer nog niet. Maar eerst morgen verjaardagen vieren. Das ook een van mijn specialiteiten.

zaterdag 16 februari 2013

Hee Olga, een moose!

Now we’re talking. Vandaag ziet Alaska eruit zoals Alaska eruit moet zien, zegt Eef. Vannacht is er een dik pak sneeuw gevallen. Een heul dik pak. De stilte is nog stiller. Ik ben blij dat Storm voor het nodige lawaai zorgt –compleet met hoge tonen-, anders zou ik bij thuiskomst dood neervallen als mijn boenders mij weer zien en naar ik mag hopen, wat vreugdekreten slaken bij de aanblik van hun serene en zeer uitgeruste moeder.

Storm scoorde overigens vanochtend zeker weer punten: hij maakte met zijn shuffle mijn trappetje schoon. En dat is fijn. Want zo handig ben ik niet en al helemaal niet als er een berg sneeuw in de omgeving ligt waar ik doorheen moet ploegen. Het is nu echt een ansichtkaart. En mijn geluk is compleet. Ik heb een moose gezien. Ik had ontbeten bij Peet en Eef en toen ik terug stiefelde, zag ik m staan. En hij mij. Ik had de tegenwoordigheid van geest het grote beest vast te leggen. Een beetje jammer dat ik nogal hysterisch Olga riep –ik wilde dit natuurmoment graag delen- waardoor de moose er van door ging. Gelukkig hebben we de foto’s nog.


 "Hee, Olga een moose!"

We hadden vandaag een druk programma. Althans Eef had een druk programma. De voorbereidingen voor het verjaardagsfeest van Storm en Eef zondag. De nodige boodschappen moesten worden binnengeroeid en aangezien de Appie hier niet om de hoek zit, gingen we vroeg op pad. Ook stond een koffie-date met Eef d’r vriendin Issy op stapel. Kon ik gelijk even kijken hoe het er met mijn steenkolen Engels voor stond. Nou, dat ging zeker niet onaardig. Issy haar man Brian heeft in het ziekenhuis gelegen lang verhaal, maar waar het nu om draait is dat ik zelfs de medische termen kon volgen. Vond ik al geweldig. Bovendien kon ik er wat one-liners –mijn specialiteit- inknallen, dus dat verliep heel aardig. Een klein doch hilarisch glijertje maakte ik, toen ik Issy verzocht even naar Storms spierballen te kijken. Natuurlijk wist ik dat dat muscels zijn, maar daar kon ik even niet opkomen. Dus kwaakte ik vrolijk: “Look at his balls”, en wees op Storms arm. Dat wijzen was mijn redding anders was het wel een hele toestand geworden. Maar zoals ik zeg: ik boek vooruitgang. Erg leuk om Issy te ontmoeten haar op te halen van haar werk om gezellig koffie te drinken. Ik hou daar van.


Koffie drinken en soep eten met Issy.

Onderweg hadden we best zwaar weer met veel sneeuw. Eef stuurde dapper en trefzeker de Subaru over de Alaskiaanse highway. Ik verbaas me over de tolerantie die er heerst op de snelweg. Niemand lijkt haast te hebben. Geen bumperklevers, wel een enkele ditch diver; een auto die een greppel in is gegleden.

Mijn ogen keek ik uit in de Cosco, de Amerikaanse Makro. Mijn hemel. Daar was echt alles big. Ik heb zakken chips gezien zo groot als een peuter. Maar ook goedkope sportschoenen Fila. Lichtgewicht dus geen enkel probleem in mijn koffer. De Fred Meyer die we daarna bezochten was een grotere variant dan waar we gisteren waren. Ik kijk mijn ogen uit maar ben gelukkig met mijn gesapige Appie op de Langestraat in Hilversum, die zo lekker overzichtelijk is. Die enorme supers kosten me zo enorm veel tijd. Alleen het zoeken al en als ik het dan heb gevonden de keuze tussen twintig varianten van een product. Das hard werken voor een weegschaal als ik.

Vandaag staat een dagje in en om de lodge op het programma. Wellicht spot ik nog een moose. Op mijn verlanglijstje staat ook nog een bald eagle, dus ik stof mijn farviewer weer af.

vrijdag 15 februari 2013

Hey guys!

“Haaaaai, how you’re doing toooodaaaay?!” Ik hoor het de hele dag. “Hey guys, everything okay?”. Ik twijfel steeds. Moet ik nou vertellen hoe het met mij gaat? In mijn steenkolen Engels? Nee. Dat hoeft niet. Sterker: liever niet eigenlijk. Die Amerikanen roepen het allemaal en het is loos. Leeg. Van geen enkele waarde. Maar weet je, het klinkt oke. Zo veel vriendelijker als in Nederland, waar je al god op je blote knieen mag danken als de caissière niet met de andere caissière over jou heen praat maar iets tegen jou zegt. Nee, hier bij Fred Meyer, de Amerikaanse Appie, wordt je mandje aangepakt en je boodschappen in je tas gestopt. Precies zoals ik het ook doe: zware spullen onderin en daar vanaf opbouwen die boodschappen. I love it. De overdreven begroetingen neem ik maar voor lief. En eigenlijk is het zo lachwekkend.

Geen bommetje
Toen we in het hotel in Seattle de lift uitliepen, kwam er een Amerikaan aan. Een soort Peer Mascini (die van de melk-reclame: ‘ik zei nog zo: geen bommetje’) in een licht overhemd en ik meen een pyjamabroek, maar dat zal ik wel verkeerd hebben gezien. Goed, die man hoort ons praten en denkt: ‘Mooi, met die drie ga ik praten’. Natuurlijk vraagt ie waar we vandaan komen en als we dan stralend ‘Holland’ antwoorden, houden we ons vast. Klaar voor: tulpen. Johan Cruijff. Klompen. Maar nee, Peer had een andere, best originele invalshoek; zijn baas was Nederlander. Hij wilde weten hoe je zijn naam uitsprak. En daar begon de ellende. Peer begon de naam van zijn boss te spellen. En wij, wij speelden de quiz vrolijk mee. Eerste letter: Y. Dan: U met puntjes. De tweede letter negeerde ik en ik riep: Yoghurt! Peer keek me verrukt aan en herhaalde als een mislukte Patricia Paay: Joooookuuuurrrrttttt?! Ik moedigde hem aan. Ja Peer, Jooookuuuurrrrtttt. Eef, won uiteindelijk de quiz en opperde Jurgen. En dat was het! Peer was door het dolle heen. Begon over Haren in Groningen en vroeg hoe hij Groningen moest uitspreken. ‘Krooningen?!’, hij kwam niet meer bij. “I wanna talk with you guys, my roomnumber is 12, please come over”, gierde hij terwijl de liftdeuren dichtzoeften. Arme Peer, wij guys besloten om het hierbij te laten.

Groot
Maar goed. Vandaag heb ik dus kennisgemaakt met Fred Meyer. Fantastisch. Zo’n enorme supermarkt. Alles is hier groot: de supermarkt, de Amerikanen en de bergen. En mooi! Toen ik vanochtend mijn luxaflexen opendraaide en ik naar buiten keek, dacht ik: Wow! Bergen! Ruimte! Rust! En toch is er meer leven dan ik had gedacht. De Knik River Lodge ligt aan een kronkelweg en hier en daar woont toch nog een verdwaalde ziel. In schamele woningen, maar toch: er is leven. Leuk detail ook: Peet en Eef moeten een stukje rijden om hun postbus te legen. En mochten ze zelf post willen versturen, dan leggen ze dat klaar voor Pieter Post. Neemt de beste man dan voor ze mee.

De brievenbus van Eef zit vooral niet in de voordeur, maar
staat aan de kant van de weg.


Vliegen?
Toen ik Peet in de keuken toevertrouwde dat ik verbaasd was over het leven in de omgeving, keek hij me aan. “Ja, Ka, aan die kant wel. Maar ik wil je aan de andere kant hebben. Daar waar geen leven is. Ik heb al contact gehad met een vriend, een vliegenier. Ik had gedacht je in een klein vliegtuigje te zetten en dan kun je het daar ook zien.” Wacht even. Een klein vliegtuigje. Geen leven. Een vriend. “Ehm, ik heb ook nog wat mannen thuis, dat weet je he? En ik zou het leuk vinden die ook nog te kunnen zien”, probeerde ik. Peet lachte. “Het weer is nu niet oke om te vliegen, maar wie weet knapt het nog op.” Nog nooit hield ik zo vaak de weer-app op mijn mobiel nauwlettend in de gaten.

Friends
Storm en ik zijn inmiddels dikke vrienden. Veel indruk maakte ik met het in elkaar zetten van zijn Lego. Thuis heb ik daar personeel voor, dus eigenlijk was ik zelf ook trots. Ik heb de school gezien waar hij in augustus naar toegaat en ik heb een kijkje genomen in het zwembad waar hij binnenkort zwemles krijgt.

Alaska gaat steeds meer voor me leven en is ineens geen no-go area meer. Sterker: het lijkt erop dat ik hier prima aan kan wennen. Op naar het volgende avontuur…

Storm laat zien waar hij binnenkort zwemles heeft.