zaterdag 22 november 2014

Ka ziet Stromae

Met een Stromae van karton op de foto.
Even kijken. Tum tummetjes in een bakje. Fles water. Natte doekjes. Portemonnee. Telefoon. Sleutels. Check. We kunnen gaan. Mijn oudste en ik gaan samen met Winay en zijn moeder Mariette naar Stromae. Stromae! Het allereerste concert van mijn oudste ooit. Even dreigde hij met mij naar The Red Hot Chili Peppers te gaan, maar dat telt niet omdat ie toen nog in mijn buik zat. Maar goed. Stromae in Ziggo Dome.

Met kinderen naar een concert vergt nauwkeurige planning en goede inschatting. Je moet zorgen dat je op tijd bent, maar niet te vroeg. Wat moet je in godsnaam met die kinderen doen? Files zien te vermijden, een parkeerplek bemachtigen. Alles gaat goed. We zijn prima op tijd in Amsterdam. Sluiten aan in de rij bij de KFC voor smakelijke kippenhapjes. Mijn oudste en Winay hebben er zin in. Kunnen niet wachten. Schreeuwen ‘Formidable’ over het Bijlmerplein.

“Wilt u uw tas even zelf openmaken?”, vraagt de beveiligingsman. Maar natuurlijk. Die fles water. “Mag niet he?” Ik wijs op mijn oudste. “En als hij nou niet goed wordt?” De beveiligingsman monstert mijn oudste. En bromt. “Nou toe maar, ze doen hier niet zo moeilijk.” Mijn bakje tum tummetjes laat hij ongemoeid. We lopen door en worden aangehouden door de volgende vrolijke beveiliger. “Heeft u oorbescherming voor deze twee heren?”, vraagt hij. Oorbescherming. Oorbescherming. Oh god, die tere kinderoortjes. Nooit aan gedacht. Gelukkig zijn er oordopjes verkrijgbaar.

We zoeken een strategische plek. We staan bij het podium, aan de zijkant. Zodat we bij toestanden snel weg kunnen. De vrolijke vrienden beginnen in te zakken. Het is laat. Druk. En nog niets te doen. Ik tover mijn lichtstaafjes uit mijn tas. Een gouden greep. Het voorprogramma is slecht. Bar slecht.

Maar dan, dan gebeurt het. Stromae op het podium. “Dit is voor het eerst dat ik hem in het echt zie”, toetert mijn oudste in mijn oor. Zijn ogen glimmen. Voor ons staat bewaking. Fijn gevoel. Na het derde nummer worden we naar links gedrukt. Een vrouw is niet goed geworden, mijn oudste volgt het tafereel nauwlettend. Dame op de grond, beveiligers erom heen, medisch personeel erbij. Stromae zingt door. Het loopt gelukkig af met de niet-goed wordende vrouw; ze kan weer lopen. Stromae zingt door. 


Mariette tikt me op mijn schouder. Achter haar breekt een knokpartij uit. De hekken worden opengeklapt, beveiligers springen er trefzeker in. Verdorie. Ik leid mijn oudste af, wil niet dat hij dit ziet. Als ik opkijk, nieuwsgierig als ik ben, is het alsof ik in de videoclip van Beat it ben beland. Ik zie ik een ploeg beveiligers aankomen. Ze lopen alsof ze een choreografie hebben afgesproken. Armen wijd, ferme stappen. Ze trekken een vrouw uit het publiek en grijpen wat kerels hardhandig in hun kraag. Stromae zingt door. Wij vinden het mooi geweest. De sfeer wordt grimmig. Als de rust is weergekeerd, sneaken we uit de zaal. Er komt weer leven in de jongens. “Mam, mogen we even heel hard rennen?”, vraagt mijn oudste. Het antwoord wachten ze niet af. Glimlachend worden ze gadegeslagen door de dames van de garderobe. En Stromae, Stromae zingt door. Alors on danse.