zondag 18 augustus 2013

Ka in het Bos van Blaauw

Ik heb weer een leuke missie voor het schrijven van een verhaal voor de krant: wandelen. Wandelen in het Bos van Blaauw. Leuk! Nee! Ik houd niet van wandelen. Ik vind wandelen een zinloze bezigheid. God wat was ik wanhopig toen mijn addergebroed 1 en 3 jaar was en ze nog niet op een fiets konden zitten en ik met zo’n lompe duokinderwagen overal naar toe moest wandelen. Hoewel de kleinste amper kon zitten, propte ik m al in het kinderzitje voorop. Terwijl de Mama-magazines schreeuwden dat je daar niet te vroeg mee moest beginnen, vond ik het gesneden. Beetje stutten die hap, en jaaaa, fietsen! Wind door zijn donshaar. Veel beter.

Ik geniet niet van een wandeling. Zie ik van die Ko de Boswachters met hun handen op hun rug, tevreden een deuntje fluitend door het bos, omhoog kijkend naar de lucht en bomen dan denk ik: hoe is het mogelijk? Ik moet het sowieso niet in mijn hoofd halen om en te wandelen en omhoog te kijken. Grote kans dat ik mijn nek breek over een eeuwenoude boomwortel. Slecht scenario: met een gebroken been alleen in het grote enge bos. Je moet het onheil zeker niet opzoeken, zo vind ik.

Goed. Wandeling door het Bos van Blaauw. Ik heb zelf geopperd mee te wandelen en er een verhaal over te schrijven. Ondanks dat ik niet van wandelen houd. Maar ik houd wél van verhalen en over het Bos van Blaauw stikt het van de mooie verhalen.

Dus zaterdagavond maak ik me op voor een twee uur durende wandeling. Best lang. Als ik aankom bij de verzamelplek begint het te regenen. Ook dat nog. Dat deert Fred de Rondleider niet; immers ‘de bomen fungeren als paraplu’ roept hij hinderlijk opgewekt. Ja ja. Als iedereen er is, gaan we van start. Ik ruik de natuur, zie het mooie licht en denk: hartstikke leuk, maar twee uur lang wandelen?! Enfin, dapper spazier ik mee. Terwijl ik moet schrijven, fotograferen en op eeuwenoude boomwortels moet letten. Ik zweet me rot. Bovendien heeft Fred flink de pas erin. En bankjes negeert hij systematisch. Gelukkig zijn de verhalen prachtig. En het huis Gooilust dat we van binnen mogen kijken, ook. Daar mogen we even zitten. Krijgen we een glas water en een Wilhelmina-pepermuntje. Ik kom helemaal bij. Ik hoor dat Fred de Rondleider zo hard heeft gewandeld, dat we een half uur eerder terug zijn dan gepland.

Ik ben de enige wandeldeelnemer die dat erg goed nieuws vind.
 
Beetje mijmeren onder een boom, dat vind ik dan wel weer leuk.