Ik geniet niet van een wandeling. Zie ik van die Ko de
Boswachters met hun handen op hun rug, tevreden een deuntje fluitend door het
bos, omhoog kijkend naar de lucht en bomen dan denk ik: hoe is het mogelijk? Ik
moet het sowieso niet in mijn hoofd halen om en te wandelen en omhoog te
kijken. Grote kans dat ik mijn nek breek over een eeuwenoude boomwortel. Slecht
scenario: met een gebroken been alleen in het grote enge bos. Je moet het
onheil zeker niet opzoeken, zo vind ik.
Goed. Wandeling door het Bos van Blaauw. Ik heb zelf
geopperd mee te wandelen en er een verhaal over te schrijven. Ondanks dat ik
niet van wandelen houd. Maar ik houd wél van verhalen en over het Bos van
Blaauw stikt het van de mooie verhalen.
Dus zaterdagavond maak ik me op voor een twee uur durende
wandeling. Best lang. Als ik aankom bij de verzamelplek begint het te regenen. Ook
dat nog. Dat deert Fred de Rondleider niet; immers ‘de bomen fungeren als
paraplu’ roept hij hinderlijk opgewekt. Ja ja. Als iedereen er is, gaan we van
start. Ik ruik de natuur, zie het mooie licht en denk: hartstikke leuk, maar
twee uur lang wandelen?! Enfin, dapper spazier ik mee. Terwijl ik moet
schrijven, fotograferen en op eeuwenoude boomwortels moet letten. Ik zweet me
rot. Bovendien heeft Fred flink de pas erin. En bankjes negeert hij
systematisch. Gelukkig zijn de verhalen prachtig. En het huis Gooilust dat we
van binnen mogen kijken, ook. Daar mogen we even zitten. Krijgen we een glas
water en een Wilhelmina-pepermuntje. Ik kom helemaal bij. Ik hoor dat Fred de Rondleider zo
hard heeft gewandeld, dat we een half uur eerder terug zijn dan gepland.
Ik ben de enige wandeldeelnemer die dat erg goed nieuws
vind.
Beetje mijmeren onder een boom, dat vind ik dan wel weer leuk. |