Mijn boenders genieten. Als ik ’s avonds thuis ben, mijmer
ik wat. Over vroeger. Mijn moeder heeft wat leugens moeten verzinnen om ons te
laten geloven in Sinterklaas. Wij woonden namelijk tegenover een bedrijf dat
kleding verhuurde. En in december sloeg dat bedrijf zijn slag met het verhuren
van Sinterklaas- en Pietenpakken. Dat er talloze Pieten in en uit liepen, dat
vonden mijn broer en ik niet zo vreemd. Je had immers duizenden van die zwarte
kereltjes, maar dat er continu een Sinterklaas de woning verliet… dat was wat
moeilijker te verteren.
Mijn broer en ik zaten in december dagen tegen het raam geplakt. “Mahaaaam,
daar gaat er weer een!” Het zweet brak bij mijn moeder uit. Soms wel zeven keer
op een dag. We zagen hoe klunzig die Sinterklazen in een veel te klein Opeltje
stapten, hun mijter verloren of op hun tabberd stonden. Met daarom heen drie
Pieten die in hun zojuist aangetrokken gehuurde kostuum piesten van het lachen.
Wat een amateurs. Mijn moeder vertelde dat in die woning de stomerij van
Sinterklaas was gevestigd. Later werden die amateurs als hulpsinterklazen
bestempeld en toen mijn broer en ik van ons geloof waren gevallen, was het
hilarisch om te zien.
"Hee Luuk, het is niet meester Hans, kijk maar want die staat daar!" |
Mijn kleinste en grootste geloven nog. Hoewel ik vanochtend
bij de oudste een klein barstje in zijn geloof ontdekte. “He, Luuk, het is niet
meester Hans, kijk maar die staat daar”, wees hij zijn vriendje. Ik slikte.
Voor hem kon dit wel eens het laatste jaar geloven zijn, dacht ik ontroerd.
Maar god, wat zat ik er naast. Toen de veel te lange
Sinterklaas met zijn veel te grote mijter naar de gymzaal stiefelde, scande ik
de zaal af naar mijn oudste. Daar zat ie. Zijn gezicht wit en ernstig, zijn
oren rood. Niks bravoure, niks ‘hee Luuk het is niet meester Hans’, nee, ik zag
ontzag. Diep ontzag voor die verklede kerel.
Het deed me deugd.
Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke twee weken een verse blog van mij!