zaterdag 28 december 2013

Ka speelt De Slimste Mens

Ik kan nooit iets met mate doen. Ik heb vijftien jaar gerookt, en rookte werkelijk alles waar rook uitkwam. En de héle dag. Ik werd wakker en het eerste dat ik deed, was een peuk opsteken en de laatste voordat ik naar bed ging, was een van mijn favorieten. Zo’n negen jaar geleden ben ik per ongeluk gestopt. Ik was op vakantie, had een dag niet gerookt en dacht: ‘nou misschien moet ik er dan maar een punt achter zetten’. Ik deed dat. Mijn omgeving dacht dat ik zwanger was, want waarom zou ik, verstokte roker, ‘zomaar’ stoppen met roken?! Ik haalde mijn schouders op, had veel meer lucht en kleur op mijn gezicht, en zeven jaar nadat ik stopte, werd mijn oudste geboren. Ik bedoel maar.

Er volgde vele verslavingen… van drop tot sport, van frisse lucht tot bittere chocola. Gelukkig kan ik er weer een aan mijn lijstje toevoegen: De slimste mens-app. De slimste mens. Een televisieprogramma van NCRV. In de zomer was het een kijkcijferkanon en dus dachten de makers van het spelletje: ‘hopsa, dat doen we nog een keer, maar dan in de winter. DeWereldDraaitDoor houdt een winterstop, wij vullen dat gat’. Ik hou er zo van. Dagelijks zit ik aan de buis gekluisterd en schreeuw voornamelijk de goede antwoorden naar de flatscreen.

Ik veerde op toen Philip Freriks vertelde dat ik, kijkbuisvriend, thuis ook het spel kon spelen. Door een app te downloaden. Dat deed ik. En god, had ik dat maar nooit gedaan. Ik kan nu de hele dag door spelen tegen andere ‘slimmeriken’ of ‘vrienden’. Dus dat doe ik ook. Ik schreeuw tegen mijn boenders als ze het in hun hoofd halen mij iets te vragen, terwijl ik verbanden tussen 16 woorden moet leggen, dat ze zelf moeten nadenken. Ik erger me dood als ik de was uit de wasmachine moet halen terwijl ik net aan het winnen ben van Lolly113. Ben_niet_slim10 heb ik al tien keer in de pan gehakt, maar hij blijft maar om revanche vragen. Prima, dombo, kom maar op. Retefanatiek tik de juiste antwoorden op mijn iPhone. Mijn vingers schieten in de kramp, mijn nek kan ik niet meer draaien. Maar, hola, daar is Elliesnellie1966 die me uitdaagt. Niet doen Elliesnellie, ik vreet je op met huid en haar. Enfin. De Man, die zelf zo’n 23 uur per dag aan Hay Day, een virtuele boerderij, besteedt, vroeg zich af wat ik aan het doen was. Ik heb hem gewaarschuwd. Doe het niet. Download in godsnaam die app niet….

Ik ben er verdorie hartstikke druk mee, met dat spelletje.


Er zijn maar weinig mensen in ons gezin, die naar mij luisteren en dus spelen De Man en ik sinds vandaag regelmatig tegen elkaar De Slimste Mens. Vooralsnog win ik van hem, maar dat komt omdat ik het zo vaak heb gespeeld, dat dezelfde vragen voorbij komen. Makkie. Al twee keer heb ik op het punt gestaan, de app te verwijderen, voorgoed. Telkens als ik een poging waag, zeurt Ben_niet_slim10 om revanche. Kan ik niet weerstaan. En zo ga ik vrolijk verder met het spel. Omdat het zo lekker voor mijn algemene ontwikkeling is. Maar goed dat ik niet meer rook, want De slimste mens-app is niet te combineren met een sigaret. Wel met chocola overigens… 

De aanstichter van al het kwaad: Philip F.

Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke twee weken een verse blog van mij! 

dinsdag 24 december 2013

Ka heeft kerststress


Aaaarrgghhhh. Kerststress.

“He, lekker, morgen Kerst”, wrijft De Man in zijn handen. Lekker? Lekker?! Ik heb het druk. De kerststress giert door mijn lijf. Het is half elf ’s avonds en als een zot hang ik nog snel een was op. Hoef ik dat morgen, op kerstdag niet te doen. Kerstavond, zo leert mijn geschiedenistraditie, vieren wij. Gezegend met twee Duitse oma’s, is daar geen ontkomen aan. In Duitsland is Kerstavond de belangrijkste avond. Punt uit. Vierden we vroeger deze feestelijke avond bij mijn ouders, nu heb ik het stokje overgenomen en komt de familie bij ons. Mijn boenders hebben er zin in. Willen hun cadeautjes vast uitpakken. “Ik krijg toch wel een vriendenboekje?”, zeurt mijn kleinste al dagen.

Om half zes gaat mijn wekker. Ik spring uit bed. Por de grootste en de kleinste wakker. Slaperig sjokken ze van de trap. Ik stamp een boterham in die kereltjes, kleed ze aan, zet ze in de auto en geef gas. Ik mag ze afzwiepen bij opa en oma. Een verademing. Want nog al je kerstboodschappen doen met die twee om je heen is voor niemand leuk. Normaal gesproken negeer ik ze in de Appie als ze slidings in de gangpaden maken, de supermarkttelevisie saboteren en hard schreeuwen, maar vandaag ben ik bang dat ik het niet aankan. Binnen een uur heb ik alle boodschappen binnen. Ik kom thuis, ruim de boodschappen op en krijg het benauwd. Zijn dit wel genoeg sperziebonen voor iedereen? Nee! Natuurlijk niet! Ik trek mijn jas aan, hol naar de buurtsuper en haal nog wat sperziebonen erbij. En een pakje Croma. Voor je kan niet weten. Ik kom via de voordeur binnen, loop in een rechte lijn naar de keukendeur en spring op mijn fiets. De laatste cadeautjes moet ik nog hebben. Ook vind ik dat ik een zwart blazertje nodig heb en dat mijn wenkbrauwen een zootje zijn.

Het is druk in de winkels. Ik bump vervelende mensen opzij, zoek naar een blazertje. Het zweet staat op mijn voorhoofd. Waarom? Waarom moet ik nu een zwart blazertje? Oké. Geen zwart blazertje, maar mijn wenkbrauwen moeten wel. Nu! Ik bel mijn schoonheidsspecialiste. Ze neemt niet op. Ik roei mijn cadeautjes binnen, gooi een twee-euromunt in de ketel van het Leger des Heils om mijn geweten te sussen. “Gezegend kerstfeest”, roept de heilsoldaat me nog na. Ik steek mijn hand op. Met een volle boodschappentas loop ik een superchique beautysalon binnen en vraag of iemand mijn wenkbrauwen nu kan fatsoeneren. Ik hoor zelf hoe gehaast ik praat en denk aan mijn coach. Ademen. Ademen. Adem! De dolfijnenmuziek die ik op de achtergrond hoor werkt niet mee om mijn hartslag te laten dalen. Maar als ik eenmaal lig, het meisje zorgvuldig mijn wenkbrauwen plukt, word ik rustig. Ik overzie de kerstchaos opeens. Kan mij het. Het wenkbrauwen-epilerende-meisje kwaakt tegen me aan. “Hoe verzin je het? Albert Heijn is gewoon open op tweede kerstdag. Zielig hoor, voor dat personeel.” Ik schiet overeind. “Serieus?! Zijn ze open?” In mijn hoofd jubelt een kerstkoor, komt de kerstman ho-ho-ho-roepend voorbij en kijken engeltjes mijn sereen aan.

Ik ben gered. Ik hoef slechts na te denken over twee kerstdagen. En donderdag, donderdag kunnen mijn boenders gewoon weer een sliding maken door de gangpaden van Appie, de supermarkttelevisie saboteren en heel hard schreeuwen. Mij krijgen ze niet gek.


Happy Christmas!

Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke twee weken een verse blog van mij!

zaterdag 21 december 2013

Ka verbreekt een wereldrecord


Een, twee, drie, vier.... hoedje van, hoedje van.

Ik ben nooit zo te porren voor grote-groeps-dingen. Een themafeest? Mij doe je er geen lol mee. Ik voel me hoogst ongemakkelijk. Wat moet ik in godsnaam aan? En waarom?! Zodra ik verplicht ‘leuk’ of ‘origineel’ moet doen, haak ik af. Carnaval. Ook zo iets. Mijn moeder verkleedde me jarenlang als Roodkapje. Mandje aan mijn arm met daarin knoertharde broodjes en miniflesjes alcohol op een vrolijk rood wit-geblokt servetje. Dat had ze goed bedacht. Er liep steevast één aangeschoten kleuter de polonaise en dat was ik dan. Het is nooit meer goed gekomen.

Gisteren zag ik met mijn mannen de show van Disney on Ice. Geheel onvoorbereid werd mij, en de meer dan tweeduizend andere bezoekers gevraagd, of ik wilde meedoen aan een record. Ik zuchtte diep. Weer een groepsding. Samen met krant Kidsweek en de sterren van Disney on Ice was het de bedoeling dat ik, en al die anderen, het wereldrecord ‘Meeste mensen met een papieren hoedje op’ te verbreken. Met hoedjes gevouwen van een speciale editie van Kidsweek. Mijn krantenhart maakte een sprongetje. Dat was leuk. Maar om nou met een hoedje op te gaan zitten, dat had ik ’s ochtends toen ik opstond ook niet gedacht.

Na afloop van de Disney on Ice presents World of Fantasy-show moest het gebeuren, dat wereldrecord -dat stond op 2.065 mensen met een papieren hoedje op-, verbreken.
De Man had al vier hoedjes gevouwen. Toen het niet hoefde, hadden mijn boenders dat hoedje op. Toen het erop aan kwam, moest ik praten als Brugman om te zorgen dat ze die hoedjes op hun hoofd te zetten. Dat was hard werken. Want ze moesten ook nog eens vijf minuten dat ding ophouden en mochten er niet aanzitten. Het zweet liep onder mijn krantenmuts vandaan. Hoe gênant zou het zijn als het wereldrecord net niet werd gehaald omdat een van mijn boenders er de brui aan gaf?

Het waren de vijf langste minuten uit mijn leven so far. Vijf minuten bij de tandarts, vijf minuten in een ziekenhuis… het verbleekte allemaal bij deze vijf minuten in de Brabanthallen. Het record werd scherp in de gaten gehouden door een official van het Guiness World Records. De Schot, Mark McGuinley keek rond, werd geholpen door assistenten en ik kreeg jeuk op mijn hoofd. Mijn boenders namen het record uiteindelijk zeer serieus. De laatste tien seconden van die vijf minuten waren killing. We telden af. En jaaa! We hadden vijf minuten voor joker gezeten, maar wel mooi een wereldrecord gevestigd. Mijn kleinste jengelde om een prijs, dat had ie immers wel verdiend zo had ie besloten.

Echt blij kon ik m niet maken met de vermelding in het Guiness Book of Records. Dat was een soort van dooie mus.

De Schot Mark McGuinley neemt zijn taak uiterst serieus.

Yeah! Record verbroken! TinkerBell en speaker Mario (rechts) zijn uitzinnig.

Mark McGuinley en Jacqueline Ancona van Kidsweek zijn gelukkig. Intens gelukkig.


Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke twee weken een verse blog van mij! En deze week mijn blog over de show Disney On Ice presents Worlds of Fantasy.


dinsdag 17 december 2013

Ka in het zorghotel

Ik klop op de deur. Als ik binnenstap zonder een antwoord af te wachten, veert ze op, mijn oude buurvrouw. Geopereerd en wel. Ze is nu aan het bijkomen in een zorghotel. “Ach, wat leuk dat je langskomt. Een cadeautje? Voor mij? Dat had je toch niet moeten doen?” Ze grist het papier eraf en legt mijn doosje bonbons op de stapel andere bonbons. Ik ben niet de enige die denkt dat het een goed idee is die bloedsuikerspiegel van d’r op stang te jagen.

“Wat een toestand hè? Lag ik maandag helemaal klaar voor de operatie, was het te druk in de operatiekamer. Nou jaaa. Wilden ze me weer naar huis sturen”, schudt mijn oude buuf hard haar hoofd. Ze heeft een Milka-reep gebroken en schuift mij een beduimeld stuk toe. “Maar het was allemaal superinteressant in het ziekenhuis hoor. Ik was daar nog nooit geweest. Ik keek mijn ogen uit. Ik kreeg het dus voor mekaar dat ik nog een nachtje kon blijven en niet naar huis hoefde. Ja, Bets blijft me natuurlijk niet heen en weer rijden.” Nee, Bets is gekke Gerritje niet. “Nou, dus dinsdag was ik aan de beurt. Werd ik met bed en al naar beneden gereden. Ik maar om me heen kijken, dus zegt die aardige broeder ‘zal ik uw hoofdsteun wat hoger zetten, dan kunt u beter loeren’. Nee hoor doe geen moeite, zeg ik tegen die broeder, ik heb geen bril op, ik zie toch niets. Die broeder moest zo hard lachen, dat ie tegen de muur aanreed.” Haar schoudertjes lachen mee.

Ik vraag haar of ze zenuwachtig was voor de operatie. “Welnee joh. Ik was juist heel kalm. Ik denk dat ik daardoor ook bijna geen pijn heb gehad.” Het heeft vooral geen zin daar tegenin te gaan. “Fijn. Was je helemaal onder narcose?” Ze kijkt me aan of ik niet goed bij mijn hoofd ben. “Welnee, ik kreeg een ruggenprik en ik zou een roesje krijgen. Ik werd de operatiekamer ingereden, mooi daar, moooi! De chirurg gaf me een hand en ze vroeg aan de anesthesist of ik geen roesje moest. De man keek me onderzoekend aan, tuitte zijn lippen, gaf me een knipoog en antwoordde ‘nee’. Kon ik er mooi bijblijven.” Mijn bewondering voor dit oude mensje groeit per minuut. Als ik het ziekenhuis inloop krijg ik al de kriebels. En als ik wat moet laten doen, val ik bij de gedachte alleen al zo ongeveer flauw. “De chirurg schraapte alles uit mijn blaas weg met ja, met wat? Het leek wel zo’n ding dat je ook in de tuin gebruikt.” Wonderlijk vindt ze vooral dat ze zag dat haar benen omhoog lagen, terwijl ze niet wist dat ze dat hadden gedaan.

“En nu zit ik hier. Over tien dagen krijg ik de uitslag. Voorlopig mag ik in dit zorghotel blijven. Heerlijk. Ik slaap me gek. Ik lijk wel een marmot. Ben zo moe. Mijn broer zei dat ik een beetje moet toneelspelen en net moet doen alsof ik het heel zwaar heb. Dan kan ik mooi wat langer blijven. Vandaar dat ik met een rollator loop. Heb ik niet nodig, maar staat wel interessant”, fluistert ze, bang dat het zorghotelpersoneel haar ontmaskert. Dat ze voor elke dag die ze in dit zorghotel doorbrengt veel geld moet betalen, vergeet ze voor het gemak.


We sloffen naar beneden, naar het restaurant. Voor de tweede keer vandaag veert mijn buuf op. “Kijk, daar komt Bets aan.” Ah. De chauffeuse. Bets geeft me een knokige hand. Haar wenkbrauwen zijn net even te donker geverfd, haar gezicht behoorlijk gerimpeld. Ik haal koffie voor Bets. Kakelend zitten de oudjes aan tafel, Bets met haar vinger in haar oor, omdat haar oorapparaat piept. “Ik durf ‘m niet uit te doen, ik heb geen doosje bij me”, zegt ze. Mijn oude buuf lacht. Ze pakt mijn hand. “Ik ben van plan om hier nog wel twee weken te blijven, wil jij dan op mijn huis passen? Of belast ik je dan teveel?” Ik grijns. Ik zwaai ter afscheid. En steek mijn duim op als mijn oude buuf vraagt hoe het met haar kerstster gaat…

Heb ik groene vingers of niet? De kerstster van de buuf staat er toch prachtig bij?!

Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke twee weken een verse blog van mij!

maandag 9 december 2013

Ka schrikt van het nieuws

Mijn buurvrouw van bijna 80 jaar moet naar het ziekenhuis. “Ik heb wat bloed in mijn urine. Ik denk een steentje in mijn blaas”, haalt ze haar schouders op. Ik hoop het maar.

Gisteren had ze het onderzoek. ’s Avonds bel ik bij haar aan, benieuwd naar de uitslag. “Nou, ik moest dus naar dokter Wamink en hij vertelde mij dat het niet goed was”, verhaalt ze emotieloos. “Hij liet mij de foto zien. Kind, het zag er prachtig uit. Het leken wel van die weelderige zeeanemonen. Ik heb altijd van die mooie dingen. Toen ik staar had, zag ik prachtige kleuren. Maar goed. De dokter zei dat het voor 90 procent zeker kwaadaardig is. Ik hoor bij die tien procent die mazzel heeft. Lijkt me logisch”, besluit mijn oude buuf. “Je hebt dus waarschijnlijk kanker”, vraag ik haar recht op de man af. Hard gaat haar telefoon. “Oh, god, even opnemen hoor”, terwijl ze naar de rinkelende telefoon gaat, laat ze een wind. Ook dat nog. “Hallo Bep. Ja, ik houd het kort ik heb bezoek. Mijn buurvrouwtje. Nou jaaaa, buurvrouwtje, buurvrouw. Ze is twee keer zo groot als ik.” Met stijgende verbazing hoor ik het gesprek aan. Ze hangt op. De hele situatie werkt me op mijn lachspieren.

“Ik word maandag geopereerd. Ik zeg nog tegen die dokter, ‘nou dat komt niet zo goed uit. Ik ben jarig in december en bovendien ga ik 23 december op vakantie’. Daar had ‘ie geen boodschap aan. Ik moet zo snel mogelijk onder het mes. Wat een toestand, nou moet ik al die mensen afbellen voor mijn verjaardag.” Weer gaat de telefoon. “Hallo Jo. Ja, wat erg he? Je hebt het ook gehoord? Nee, ik kan mijn verjaardag niet vieren nee. Ik ga ophangen, ik bel je nog. Dag Jo.” Feilloos pakt ze de draad van ons gesprek weer op. “Waardeloos toch? December is altijd zo’n gezellige maand en nou zit ik dan alleen thuis.” Ze roert veel te hard in haar melk met thee en kijkt even wezenloos voor haar uit. Ik vraag of ze bang is. Ze schudt haar hoofd. “Ik heb altijd gedacht dat ik dood zou gaan aan een hartaanval. Kanker is niets voor mij. Moet ik eigenlijk handdoeken en washandjes meenemen naar het ziekenhuis? Weet jij dat?” Ik leg haar uit dat ze in het ziekenhuis voldoende handdoeken en washandjes hebben. “Wel neem ik voor elke dag een schone pyjama mee. Dat moet. Toen Koos vijftien jaar geleden in het ziekenhuis lag, moest ie elke dag een schone pyjama aan”, ratelt ze. Ik heb geen idee, maar knik. Wat maakt het uit een pyjamaatje meer of minder?

“Oh”, springt ze van de hak op de tak, “ik moet niet vergeten de notaris te bellen. Voor een levensbeschikking. Stel je voor dat ik in coma raak, dan lig ik daar maar van niks te weten en dan staat mijn huis hier maar te staan. Dan kan mijn broer het niet eens verkopen. Of misschien word ik wel dement, dan is het toch fijn als het huis gewoon verkocht kan worden. Zonde van het geld toch?” Ik knik dom. Krijg de indruk dat mijn oude buuf het slechte nieuws niet goed kan overzien. “Als ik wat voor je kan doen, je naar het ziekenhuis rijden, of je hand moet vasthouden, dan zeg je het hè?” Ze kijkt me aan en denkt na. “Als ik langer dan drie dagen in het ziekenhuis moet blijven, wil jij dan mijn kerstster een beetje water geven?” Voordat ik kan zeggen dat dat geen enkele moeite is, gaat haar telefoon weer. Met afhangende schoudertjes loopt ze er heen, haalt diep adem, om voor de zoveelste keer het verhaal te vertellen. Haar slechtste verhaal ever.  

"Als ik maar niet in coma raak", hoopt mijn oude buurvrouw.

donderdag 5 december 2013

Ka ziet Sinterklaas

Het is raar om ’s avonds de school van mijn boenders in te gaan. En toch doen we het. Het is woensdagavond vijf uur en ouders zijn uitgenodigd om de koele sinterklaasknutsels van hun kroost te bewonderen. In het lokaal van mijn kleinste staat een bak pepernoten. “Zelf gebakken”, klopt mijn kleinste zichzelf trots op zijn kippenborstje. “Je mag gerust nemen hoor”, moedigt zijn juf mij aan. Daar was ik al bang voor. Net op tijd kan ik voorkomen dat ik mijn kleinste enorm teleurstel, en dapper graai ik in de bak. Ze zijn tenslotte loeiheet gebakken dus eventuele snotjes en andere viezigheden zijn wel vernietigd, maak ik mezelf wijs.

Mijn boenders genieten. Als ik ’s avonds thuis ben, mijmer ik wat. Over vroeger. Mijn moeder heeft wat leugens moeten verzinnen om ons te laten geloven in Sinterklaas. Wij woonden namelijk tegenover een bedrijf dat kleding verhuurde. En in december sloeg dat bedrijf zijn slag met het verhuren van Sinterklaas- en Pietenpakken. Dat er talloze Pieten in en uit liepen, dat vonden mijn broer en ik niet zo vreemd. Je had immers duizenden van die zwarte kereltjes, maar dat er continu een Sinterklaas de woning verliet… dat was wat moeilijker te verteren.
 
Mijn broer en ik zaten in december dagen tegen het raam geplakt. “Mahaaaam, daar gaat er weer een!” Het zweet brak bij mijn moeder uit. Soms wel zeven keer op een dag. We zagen hoe klunzig die Sinterklazen in een veel te klein Opeltje stapten, hun mijter verloren of op hun tabberd stonden. Met daarom heen drie Pieten die in hun zojuist aangetrokken gehuurde kostuum piesten van het lachen. Wat een amateurs. Mijn moeder vertelde dat in die woning de stomerij van Sinterklaas was gevestigd. Later werden die amateurs als hulpsinterklazen bestempeld en toen mijn broer en ik van ons geloof waren gevallen, was het hilarisch om te zien.
 
"Hee Luuk, het is niet meester Hans, kijk maar want die staat daar!"
 
Mijn kleinste en grootste geloven nog. Hoewel ik vanochtend bij de oudste een klein barstje in zijn geloof ontdekte. “He, Luuk, het is niet meester Hans, kijk maar die staat daar”, wees hij zijn vriendje. Ik slikte. Voor hem kon dit wel eens het laatste jaar geloven zijn, dacht ik ontroerd.

Maar god, wat zat ik er naast. Toen de veel te lange Sinterklaas met zijn veel te grote mijter naar de gymzaal stiefelde, scande ik de zaal af naar mijn oudste. Daar zat ie. Zijn gezicht wit en ernstig, zijn oren rood. Niks bravoure, niks ‘hee Luuk het is niet meester Hans’, nee, ik zag ontzag. Diep ontzag voor die verklede kerel.

Het deed me deugd.
 
 
Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke twee weken een verse blog van mij!
 
 

maandag 2 december 2013

Ka ontmoet Roy Donders

Ik ben nauwelijks op de hoogte van de laatste mode en trends. Wel weet ik dat wij in ’t Gooi, stylisten hebben. Ik noem een Mari, ik noem een Leco. Sinds kort kan ik Roy Donders aan mijn lijstje toevoegen. De stylist uit het zuiden. Ik vind Roy geweldig. Roy bedient vooral het kermis- en woonwagenkamppubliek. Hij steekt ze schaamteloos in shirts vol glitter. Hun haar voorziet hij van harde krullen, een stijl van kappen die vele kappers schuwen. Eerst spuit hij een bus haarlak leeg om vervolgens krullen te maken. Het gesis dat je hoort, komt van de föhn. Dat is het schroeien van de haarlak stelt hij menig vrouw gerust.

Sinds vorige week heeft Roy Donders aan zijn collectie de huispakken toegevoegd. Een soort vormeloze joggingpakken in opvallende kleuren, voorzien van strikken en glitters. “Zorg dat je er op je mooist uitziet en voel je als een vis in het water in je huispakske”, is zijn motto. Deze huispakken waren te zien op een Gooise beurs. Natuurlijk moest ik daarbij zijn.

’s Ochtends kwam ik aan, omdat mijn wederhelft de auto nodig had, leende ik de auto van mijn vader. Een Suzuki Wagon. Soepel parkeerde ik het hondenhok tussen de Porsches en BMW’s. Binnengekomen werd al snel duidelijk dat ik nogal buiten de groep viel wat kleding betreft. Ik zag ze kijken, die perfect uitziende Bussumse dames met afhangende mondhoeken.

God, wat was ik blij toen Roy binnenkwam. Het was gelijk gezellig. Daar dacht Roy anders over; vanaf het moment dat hij zijn bus uitstapte tot ie diezelfde bus weer inlaadde, werd hij gevolgd door camera’s. En door mij en mijn sportmaatjes Hellen en Anna. “Ka”, siste Anna, “jij hebt ‘m al gesproken, zorg dat we met hem op de foto kunnen.” Roy hing inmiddels als een zoutzak in de stoel. “Nondeju! Ik ben zo moe! Ik heb maar twee uur geslapen. Ik ben me toch een partijtje zat geworden.” Het leek me niet zo’n goed moment Roy te vragen.

Zijn zus Rian, gestoken in een zuurstokroze huispak, hield de boel draaiende. “Het is gekkenhuis”, zuchtte ook zij, “als we willen kunnen we elke dag een kledingparty houden. Nou mooi niks daarvan.” Ze duwde haar harde krullen in model. “Ze willen allemaal pinnen, maar we hebben geen pinautomaat”, verklaarde Rian de tegenvallende verkoopcijfers in het Gooi. Het maakte Roy niet meer uit. Hij veerde op voor de RTL Boulevard-cameraman.
 
Roy zit er even doorheen.
 

Hoogtepunt van de beurs, was de loterij. Daar werden producten verloot die de Gooise ondernemers die op de beurs stonden, beschikbaar hadden gesteld. Ik noem een tube tandpasta die niet plakt, een enorm grote -en dus tamelijk onhandige- kaasplank, een zakje risotto en een houder voor je E-sigaret. Wezenloos staarde Roy voor zich uit. Zijn rol in deze buitengewoon sympathieke loterij, was het vasthouden van de bak vol lootjes. Anna was haar lot verloren en verdomd: er viel een prijs op haar nummer. Een dame wurmde zich naar voren om een behangsticker in ontvangst te nemen. Op de vraag of de dame het lot had gevonden, verschoot ze van kleur. “Dat was namelijk mijn lot”, wreef Anna de dame fijntjes in.
 
Verveeld laat Roy het getrokken lot zien.
 

Na de loterij, konden we Roy strikken voor een foto. Het was gelukt. De persdame van RTL was in geen velden en wegen te bekennen, dus we konden schaamteloos op de foto met onze held. Anna duwde de nogal katerige stylist een kaartje in zijn handen. “En jouw eerste personal training is natuurlijk voor mijn rekening”, knipoogde ze. Ook voorzagen we hem van goedbedoelde adviezen. “Laat je niet uitknijpen”, waarschuwde Hellen. “Blijf vooral jezelf”, deed ik er een schepje bovenop. Roy Donders, stylist uit het zuiden, knikte vermoeid. Het liefst sloten we deze jongen in onze warme moederarmen. Maar dat zou de persdame ongetwijfeld afkeuren…
 
Nog even wat foto's...
 




 

 Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke twee weken een verse blog van mij!