woensdag 13 februari 2013

Sleepless in Seattle

Oh mijn god. Ik lig in een hotel in  Seattle. Sleepless. Dat dan weer wel. Maar hee, echt de hele nacht slapen zou zonde zijn. Mijn bioritme is volledig in de war. Autist als ik ben, de dagelijkse gang van zaken gewoon op een vast tijdstip uitvoeren, kan ik niet slapen. De tijd? 03.05  uur. Maar we zijn er. Olga en ik blijken prima reisgenoten te zijn. Onze daverende lachsalvo begon al in het vliegtuig. Ik zit nog maar net in mijn stoel, vul een ingewikkeld formulier in, als de Amerikaanse stewardess mij iets aanreikt. Gulzig pak ik het aan, heerlijk wat te snacken. Maar nee. Het was een warm lapje dat lafjes naar citroen ruikt en dat ik vooral niet kan eten. Toen we bijgekomen waren uit onze lachsalvo, kwam ze het weer halen. Ongebruikt retour.

Na negen uur vliegen stapte we uit in Seattle. Met olifantenpoten die niet meer in mijn stoere sneeuwboots pasten die hier nergens op slaan omdat het wel lente lijkt. Boven aan de trap stond Eef. Ik slaakte een kreet. En besefte op dat moment dat ik, Ka, in Amerika ben. In zo'n Amerikaanse bak, een zwarte GMC, scheurden over de higway naar het Roosevelt Hotel.

Snakkend naar het natte lappie uit het vliegtuig, fristen we ons wat op en renden Seattle in. Een walhalla voor een Gooise vrouw. Hier kan ik prima mijn geld kwijt. Geen punt. Met als hoogtepunt the Nike-shop (gevonden Syl!) waar ik een shirt kocht. En als ik dan pump, dan weet ik dat dat shirt uit Seattle komt. Hoe gaaf is dat? En ja hoor, de eerste gangsta-rappers heb ik gespot en met gevaar voor eigen leven gefotografeerd.




Yo Bro! Heavy dudes at Pike Place. Zelfs de hond lijkt aggressief.


Een ander leuk toeristisch hoogtepuntje: met een monorail naar The Needle. Een soort Eifeltoren maar dan anders. Eef zei terecht: Elke keer als ik dit ding zie, dan doet het me wat. Kan ik me wat bij voorstellen.

In de monrail op weg naar de Space Needle.


De vriendelijke Thai voorzag ons van erg fijn eten (spinazie!). Op naar het hotel. Om toch waar voor mijn geld te hebben en niet alleen maar te slapen, keek ik om me heen en dronk mijn Starbucks coffee-to-go op. Ik rommelde wat. Ik kon niet meer. Ik was bijna 24 uur wakker. Weet je wat dat met je hersens doet? En helemaal met die drukke grijze massa van mij? Ik worstelde mij in het strak opgemaakte hotelbed. En natuurlijk viel ik in slaap. Drie uur later werd ik zwetend wakker. In de verte hoorde ik de muzikale neger die met zijn klarinet zijn longen uit zijn lijf blies, en die van mij al een dollar te pakken had -ben de beroerdste tenslotte ook niet-, de blower van de hotelairco en ik voelde mij alsof ik 40 graden koorts had. Al snel kwam ik erachter dat dat niet het geval is, maar dat ik onder een laken lag. En een deken. En een dekbed. En een sprei. Best warm. Ik pelde me af en was klaar. Als een kind met zijn ogen stijf dicht -als die kleppen dicht zijn, dan slaap je immers- lag ik in bed. En verdomd, ik sukkelde weer weg. Maar werd ook weer wakker. Een prachtig blog-moment dus. Straks gaan we lekker ontbijten in de stad, en om half twaalf naar het vliegveld op naar Alaska. Waar de beren, Peet en Storm op ons wachten. Ik kan ook niet wachten en probeer nog maar een uurtje slaap te pakken.