Ik haast me naar de sportschool. Ik ben al laat en houd daar
niet van. Ik zet mijn fiets tegen een boom, en hol de trappen van de
Kijkbuistunnel op. Hijgend kom ik boven. Blijf ik zo wonderlijk vinden. Ik
sport me suf, en na het beklimmen van die trappen ben ik steevast buiten adem.
Als ik mijn adem onder controle probeer te krijgen, hoor ik ineens: "Ja,
hallo. Goedenavond."
Verbaasd kijk ik om me heen. Achter me zitten twee zwervers.
Een man en een vrouw. Tussen hen in een overvol winkelwagentje met vage plastic
zakken en lappen. "Oh, hallo", antwoord ik een beetje gepikeerd.
Waarom zegt die vrouw mij zo nadrukkelijk gedag? Ik loop door en spring niet
veel later op mijn spinningfiets, het voorval in de Kijkbuistunnel snel vergetend.
Maar dan ga ik weer naar huis. Van verre zie ik ze al zitten. En ruik ik ze.
"Nou, echt vrolijk loop je er ook niet bij, hé?" Nou moe. Het moet
niet gekker worden. Met haar hand wappert ze van mijn kruin naar mijn tenen.
Haar nagels zijn zwart van het vuil. "Moet je nou kijken, allemaal zwart.
Ben je depressief ofzo?" Ik? Depressief? Ik kijk naar mezelf. Oh. Ik ben
in het zwart gekleed. Alsof zij met haar kaalgeschoren hoofd volle zalen trekt,
denk ik grimmig. "Mens, ik heb een super vrolijke tas", wijs ik op
mijn knaloranje sporttas. Ze schudt haar hoofd, maar grijnst nu. "Trek
morgen maar wat vrolijkers aan", adviseert ze me. Nou ja zeg. Ik kijk om
me heen. Ik verwacht dat elk moment Frans Bauer buiten adem van de trappen tevoorschijn
komt om mij te zeggen dat ik in Bananensplit zit. Niets is minder waar. Het
blijft akelig stil in de Kijkbuistunnel. Ik wens haar en hem een fijne avond.
Hij zegt niets. Hij lijkt wel dood, maar ik ga ervan uit dat ie slaapt.
"God zegent u", roept ze me na. Dat zou ook voor het eerst zijn,
mompel ik.
Niks mis mee, met mijn sporttassie. Ook leuk bij mijn Roy Donders Juichpak! |
De volgende dag stier ik de trappen van de Kijkbuistunnel
weer op. "Kijk, dat ziet er een stuk beter uit", keurt de zwerfster
mijn kleding goed. Mijn god. Zou ze van de modepolitie zijn? Zwijgend steek ik
mijn hand op en loop door. Ik heb geen zin in conversaties met vreemden in de
Kijkbuistunnel. Ze brabbelt nu tegen andere tunnelgangers.
Als ik terugkom, hoop ik
ongezien langs haar heen te glippen. Mis. Ze mompelt iets binnensmonds en kijkt
me vragend aan. "Weet je wat dat is? Nee? Moet je thuis even
opzoeken." Ik knik en weet nu al dat ik dat toch niet doe. God, wat begint
dat mens me op mijn zenuwen te werken. En waarom moet ze mij toch steeds
hebben? "De wegen naar Sion treuren, er zijn geen feestgangers meer. Haar poorten
liggen verlaten, haar priesters zuchten, haar meisjes zijn bedroefd. En zij
zijzelf: bitter is haar lot", predikt ze theatraal. Haar vriend, wordt
snurkend wakker. Heeft de tekst ongetwijfeld vaker gehoord.
Ik vertel over duo aan De
Man. Dat ik er gek van word. Grijnzend kijkt De Man me aan. "Weet je wat
nou zo mooi is? Zij laten zich niet gek maken. Alles wat ze bezitten past in
een winkelwagentje. Meer hebben ze niet om zich druk te maken." En dus
hebben ze alle tijd om zich met mij te bemoeien.
Of ze er nog zitten, ik weet
het niet. Sinds kort neem ik een andere route naar de sportschool. Het is
vreselijk om en ik moet eerder van huis. Het maakt me niks uit. Het is een stuk
beter voor mijn humeur.
Meer blogs van mij zijn te lezen op www.damespraatjes.nl