donderdag 21 februari 2013

Are you German?

 
De drukke dag van gisteren had er behoorlijk ingehakt; ik werd pas om 7.00 uur wakker in plaats van mijn gebruikelijke 6.00 uur. Gelukkig heb ik vakantie....

 
Vandaag hadden we een dames-dagje op het programma staan. Storm vond het wel jammer dat ie ons moest missen, maar het idee dat ie allerlei shops in werd gesleurd, vond ie weinig aantrekkelijk. Dus vrolijk zwaaide hij ons uit.

Bye Storm, tot straks!


Voordat we gingen zette ik nog wat Lego-dingetjes voor hem in elkaar. Met twee vingers in mijn neus. Een heuse Lego-master, dat is wat ik ben.
 
 
Om half twaalf vertrokken we, op naar Anchorage. Onderweg haalden we een koffie bij de Starbucks. Niet binnen, welnee, via de drive-thru. Geweldig! Gewoon in je auto blijven zitten, je tettert in dat microfoontje wat je wilt hebben, en Jonathan – hi guys, how are you doing?- zet het allemaal voor je klaar. Zo heb ik dat graag. Enfin.
 
 
Onderweg gebeurde het. Eindelijk. Eindelijk zag ik m vliegen, de bald eagle. Hij vloog over de Subaru , en door het open dak kon ik m goed zien. Waanzinnig! Ik zag het leed op zijn vleugels, die krachtige wieken. Het mietje onder de infraroodlamp vergat ik, dit was waar het om ging. Niet veel later zagen we er nog een vliegen. Ik vermoed dat de Alaskiaanse VVV de beesten voor me heeft uitgezet, maar het kan mij niet schelen, ik heb nu definitief van mijn lijstje afgevinkt.
 
 
Postkantoor
Ook zo’n toestand. Het vinden van postzegels. In NL slof je naar de servicebalie van Appie en koopt postzegels. Geen vuiltje aan de lucht. Maar in Alaska doen ze daar niet aan, dat willy nilly verkopen van postzegels. We probeerden het maandag al, maar toen was het postkantoor gesloten wegens Presidentsday. In mijn steenkolen Engels probeerde ik het in de Fred Meyer. De medewerker had een ingewikkeld verhaal over Forever stamps en na drie zinnen was ik eigenlijk al afgehaakt, terwijl hij gedienstig doorging met zijn onsamenhangende verhaal. Ik knikte dom en hoopte dat ie op zou houden met praten.

 
Olga en ik grapten al dat we de kaarten mee zouden nemen naar Nederland, daar een postzegel erop jensen en hopsa op de post. Maar vandaag is het gelukt. In het winkelcentrum zat een postkantoor. Natuurlijk was het gesloten, want het mannetje van de post moest even een boterhammetje eten. De kruimels hingen nog aan zijn mond toen Olga en ik voor zijn balie stonden te drammen. “Ah, are you German?”. NEIN! We legden uit dat we Nederlanders zijn. De man veerde op. Benieuwd naar wat voor een connectie hij nou weer had, keken we m afwachtend aan. Hij bladerde opgewonden door een tijdschrift voor trouwerijen en liet trots een bruidspaar zien. De bruid was zijn dochter en de bruidegom was zijn schoonzoon uit….. bingo! Nederland! “Ow, das net Cor Bakker, Ka”, riep Olga enthousiast aan. Ik hoopte niet dat ze het vriendelijke kereltje ging uitleggen wie Cor Bakker was, maar dat deed ze niet. Bovendien leek de dutchmen met blond haar en blauwe ogen niet op Cor Bakker maar op Michael Boogerd. “Ja, Ka, verrek, je hebt gelijk.” Omdat het zo hilarisch allemaal was en ik inmiddels alle schaamte voorbij ben, zette ik het postkereltje op de foto en zo werd het toch nog een dolle boel in het anders o zo saaie postkantoor.

De vrolijke snuiter van het postkantoor.

 
Morgen breekt dan echt de laatste dag aan. Het wordt nog een hele toer om alles in mijn koffer te krijgen, om niet te spreken van een uitdaging...


Nou vooruit, nog even wat foto's:

Dit is mijn uitzicht vanuit mijn cabin. Kan er prima aan wennen.


We spelen het Rupsje-Nooitgnoeg-spel. Olga komt niet meer bij.


Mijn cabin. Let vooral op de enorme ijspegels.