Na mijn pumplesje, dook ik als de wiedeweerga onder de
douche, want het moest voor de masseur natuurlijk ook leuk blijven en van mijn
pumpzweetlucht wordt niemand vrolijk. Ik nam een sprint naar het masseerhok en
wachtte vrolijk mijn beurt af. God wat keek ik uit naar die twee knedende
handen. Een echtpaar stiefelde het hok in. Huh? Er was iets misgegaan met de
inschrijflijst. Ik was weg getipp-exed. Nou dat weer. Gelukkig had Sam de
masseur, ’s avonds tijd voor me.
Om half negen ’s avonds fietste ik naar de sportclub. Voor
de zesde keer die dag in de zeikregen. Maar zelfs die zeikregen kon mijn humeur
niet verknallen: ik verheugde me enorm op die massage. Sam gaf me een stevige
hand. Mooi zo. Daar was niks mis mee. Ik legde mijn hoofd in het gat van de
massagetafel, haalde diep adem en was er klaar voor. Sam begon en zuchtte. “Dat
zit flink vast allemaal.” Ik mompelde wat door het gat. Sam wist feilloos de
knopen in mijn rug en nek te traceren en drukte deze hardhandig weg. Niets
lekker masseren. Ik moest alle zeilen bijzetten om in leven te blijven. Het zou
me toch niet gebeuren dat ik zou peigeren op een massagetafel in mijn
sportcluppie?
Toen hij rechts klaar was, maakte hij een schijnbeweging naar
mijn onderrug. Ik glimlachte tevreden. Het glimlachen verging me toen hij links
onder handen nam. Waar hij die knopen vandaan haalde, Joost mag het weten.
Twintig minuten daarvoor had ik nergens last van, en nu, nu leek het alsof ik
een oud, uitgerangeerd vel was. Mijn rug voelde aan alsof een olifant op mijn
rug was gaan zitten. “Wacht maar, morgen voelt je rug alsof er een truck
overheen gereden is”, waarschuwde Sam grijnzend. Maar zondag, zondag, zo verzekerde big
hands mij, zou ik als een jong hert over een hek springen en nergens
last van hebben. “Zal ik ook nog even je benen doen?”, vroeg Sam. Driftig schudde ik in
het gat met mijn hoofd waardoor mijn oren zeer deden. Geen denken aan. Dan wist
ik zeker dat ik morgen me niet meer kon voortbewegen. Ik kleedde me aan en
betaalde de marteling.
“Oh jah”, riep Sam me na, “veel water drinken, dan
kunnen de afvalstoffen weg. En schrik niet als je een heet hoofd krijgt, daar
zijn de afvalstoffen naar toegegaan.” Dat laatste leek me sterk; immers mijn
hoofd zit het bomvol hersenen, daar is echt geen plek voor afvalstofjes. Als
een plank liet ik me die avond in bed vallen. Nog nooit keek ik zo uit naar de zondag….
Lieve Karin hier past maar een woord als reactie...
BeantwoordenVerwijderenGEWELDIG!!!
Wil je alsjeblieft beloven dat je jouw volgers regelmatig van een nieuwe blog blijft voorzien?
Geloof je me als ik zeg dat je hier heel veel mensen een groot plezier mee doet?
Een heet hoofd? Heethoofd? En heb je dat gekregen? Erg leuk verhaal weer!
BeantwoordenVerwijderen