vrijdag 15 februari 2013

Hey guys!

“Haaaaai, how you’re doing toooodaaaay?!” Ik hoor het de hele dag. “Hey guys, everything okay?”. Ik twijfel steeds. Moet ik nou vertellen hoe het met mij gaat? In mijn steenkolen Engels? Nee. Dat hoeft niet. Sterker: liever niet eigenlijk. Die Amerikanen roepen het allemaal en het is loos. Leeg. Van geen enkele waarde. Maar weet je, het klinkt oke. Zo veel vriendelijker als in Nederland, waar je al god op je blote knieen mag danken als de caissière niet met de andere caissière over jou heen praat maar iets tegen jou zegt. Nee, hier bij Fred Meyer, de Amerikaanse Appie, wordt je mandje aangepakt en je boodschappen in je tas gestopt. Precies zoals ik het ook doe: zware spullen onderin en daar vanaf opbouwen die boodschappen. I love it. De overdreven begroetingen neem ik maar voor lief. En eigenlijk is het zo lachwekkend.

Geen bommetje
Toen we in het hotel in Seattle de lift uitliepen, kwam er een Amerikaan aan. Een soort Peer Mascini (die van de melk-reclame: ‘ik zei nog zo: geen bommetje’) in een licht overhemd en ik meen een pyjamabroek, maar dat zal ik wel verkeerd hebben gezien. Goed, die man hoort ons praten en denkt: ‘Mooi, met die drie ga ik praten’. Natuurlijk vraagt ie waar we vandaan komen en als we dan stralend ‘Holland’ antwoorden, houden we ons vast. Klaar voor: tulpen. Johan Cruijff. Klompen. Maar nee, Peer had een andere, best originele invalshoek; zijn baas was Nederlander. Hij wilde weten hoe je zijn naam uitsprak. En daar begon de ellende. Peer begon de naam van zijn boss te spellen. En wij, wij speelden de quiz vrolijk mee. Eerste letter: Y. Dan: U met puntjes. De tweede letter negeerde ik en ik riep: Yoghurt! Peer keek me verrukt aan en herhaalde als een mislukte Patricia Paay: Joooookuuuurrrrttttt?! Ik moedigde hem aan. Ja Peer, Jooookuuuurrrrtttt. Eef, won uiteindelijk de quiz en opperde Jurgen. En dat was het! Peer was door het dolle heen. Begon over Haren in Groningen en vroeg hoe hij Groningen moest uitspreken. ‘Krooningen?!’, hij kwam niet meer bij. “I wanna talk with you guys, my roomnumber is 12, please come over”, gierde hij terwijl de liftdeuren dichtzoeften. Arme Peer, wij guys besloten om het hierbij te laten.

Groot
Maar goed. Vandaag heb ik dus kennisgemaakt met Fred Meyer. Fantastisch. Zo’n enorme supermarkt. Alles is hier groot: de supermarkt, de Amerikanen en de bergen. En mooi! Toen ik vanochtend mijn luxaflexen opendraaide en ik naar buiten keek, dacht ik: Wow! Bergen! Ruimte! Rust! En toch is er meer leven dan ik had gedacht. De Knik River Lodge ligt aan een kronkelweg en hier en daar woont toch nog een verdwaalde ziel. In schamele woningen, maar toch: er is leven. Leuk detail ook: Peet en Eef moeten een stukje rijden om hun postbus te legen. En mochten ze zelf post willen versturen, dan leggen ze dat klaar voor Pieter Post. Neemt de beste man dan voor ze mee.

De brievenbus van Eef zit vooral niet in de voordeur, maar
staat aan de kant van de weg.


Vliegen?
Toen ik Peet in de keuken toevertrouwde dat ik verbaasd was over het leven in de omgeving, keek hij me aan. “Ja, Ka, aan die kant wel. Maar ik wil je aan de andere kant hebben. Daar waar geen leven is. Ik heb al contact gehad met een vriend, een vliegenier. Ik had gedacht je in een klein vliegtuigje te zetten en dan kun je het daar ook zien.” Wacht even. Een klein vliegtuigje. Geen leven. Een vriend. “Ehm, ik heb ook nog wat mannen thuis, dat weet je he? En ik zou het leuk vinden die ook nog te kunnen zien”, probeerde ik. Peet lachte. “Het weer is nu niet oke om te vliegen, maar wie weet knapt het nog op.” Nog nooit hield ik zo vaak de weer-app op mijn mobiel nauwlettend in de gaten.

Friends
Storm en ik zijn inmiddels dikke vrienden. Veel indruk maakte ik met het in elkaar zetten van zijn Lego. Thuis heb ik daar personeel voor, dus eigenlijk was ik zelf ook trots. Ik heb de school gezien waar hij in augustus naar toegaat en ik heb een kijkje genomen in het zwembad waar hij binnenkort zwemles krijgt.

Alaska gaat steeds meer voor me leven en is ineens geen no-go area meer. Sterker: het lijkt erop dat ik hier prima aan kan wennen. Op naar het volgende avontuur…

Storm laat zien waar hij binnenkort zwemles heeft.