zondag 6 juli 2014

Ka ziet m gewoon twee keer


Wat een draaaaak van wedstrijd. Op vele fronten was dit mijn minst leuke wedstrijd. Belangrijkste spelbreker was natuurlijk de begintijd van Nederland – Costa Rica. Tien uur. Hallo. Normaal slaap ik dan al. Nog niet in mijn remslaap, maar wel hard op weg. Wat ook niet meehielp is dat ik mijn assistent-bondscoach niet naast me zat. Om vijf voor tien probeerde eerst De Man hem wakker te maken, en daarna ik. Geen beweging in te krijgen. Een warme hoop slapend boendertje. Eén oog ging open. Eén seconde en viel nog harder dicht. En wat toch ook jammer was, was dat mijn vloekende en foeterende moeder er niet was. Daar zat ik dan in mijn juichpak.

Leuk was wel het contact dat ik wereldwijd had. Zo appte ik met wat voetbalfans, en meldde mijn beste vriendin zich op Facebook. Zij zat de wedstrijd in Alaska te kijken. Samen met haar zoon in The Peanut Farm, sports bar and grill in Anchorage, schreeuwde zij tussen de norse Alaskianen Oranje naar een overwinning.

Mijn vriendje in Alaska na afloop van de wedstrijd.
Goed. De Man zat met zijn laptop op zijn schoot met een half oog te kijken, ik zat in mijn Juichpak. De hele dag had ik me keurig gedragen wat snaaien betreft, maar nu ging ook mijn leeuw los. Ik stortte me op een cappuccino en een reep met zandkoekjes. Wie bedenkt dat? Weet je wat we doen, we prakken er zandkoekjes erdoor heen. Enfin. Normaal slaap ik op dit tijdstip, dus stamp ik geen calorieën meer naar binnen. Het was overmacht, die bloedsuikerspiegel moest omhoog.



In de 49ste minuut veerde ik op. Hoorde ik daar nou een telefoon?  Ja. Het was de telefoon van Theo Snoeks, de commentator. “Wat is dit toch, verdomme”, foeterde hij zachtjes, maar hard genoeg om het te horen. Ik rolde op de bank van het lachen. In de 57ste minuut ging zijn telefoon weer. Hilarisch. Had ik toch nog een soort van foeterende moeder in de kamer. Niet veel later riep Snoeks ‘dat het postbodevoetbal was’. Die begreep ik niet en zin om er over na te denken had ik allerminst.

Ik moet werkelijk alle zeilen bijzetten.
De verlenging kwam in zicht. Om mijn god. Nog een half uur. Heel mijn lijf was verdoofd van de slaap. Naar bed gaan was nu zeker geen optie. Ik hield dapper vol. Penalty’s. Ik keek vast op het wasvoorschrift van mijn Juichpak hoe heet ik m mocht wassen. Kon ik m schoon opbergen voor het volgende voetbalfestijn. Ik had namelijk een hard hoofd in die strafschoppen.

De keeperwissel van Louis van Gaal was geniaal. Daar stond ie, Tim Krul. Fris en fruitig. Een beer van een gozer. God wat wilde ik graag geloven dat hij ervoor zou zorgen dat ik mijn Juichpak nog een rondje kon dragen. En het geschiedde. Twee poeiers plukte die Hagenees uit het net. Ik brulde het uit. 'In Louis we trust’ schreeuwde een Facebookvriend op zijn tijdlijn.


’s Ochtends, toen ik dodelijk vermoeid naar beneden ging en mijn boenders vertelde dat Oranje door was, zag ik de teleurstelling. Ik schakelde naar On Demand op de televisie en niet veel later zat ik voor de tweede keer naar die draak van een wedstrijd te kijken. Met dit verschil dat ik nu de afloop al wist.