maandag 25 februari 2013

Waar is mijn gebit?

Tja, en na de superleuke donderdag, volgde slechts een paar uur later, het afscheid. Afscheid van Peet, Eef en Storm. Afscheid van AK. Afscheid van mijn 10 dagen durende kuuroord.

Toen we door de sneeuw thuis waren gekomen, nam ik een sprintje naar mijn cabin. Mijn koffer moest nog worden ingepakt. En ik wilde vroeg naar bed; om kwart voor drie s nachts zou mijn wekker gaan. Want om kwart over drie moesten we op weg naar het vliegveld. Leuke tijd.

De koffer. Dat was nog een hele toestand. Ik was in de veronderstelling dat daar een mud Alaskiaanse hebbedingetjes in zouden passen, nu al die cadeautjes (ach, jij gaat toch naar Eef, kan je en presentje voor haar meenemen) eruit waren. Hell! Niets was minder waar. Sterker: ik was genoodzaakt teen en tander achter te laten. Zo liet ik een aantal boeken achter voor Eef. Dat is niet erg, sterker: dat had ik eigenlijk al bedacht. Ook moest ik mijn rechtsdraaiende muesli-repen achterlaten die ik had gekocht voor het geval ik een hongerklop zou krijgen. Ook niet echt erg. Wat wel erg was: ik moest een kilozak blueberry's omhuld in pure chocolade achterlaten. Een ramp! Maar hee, een kilo... hoe moest ik dat regelen?! Dat ging echt niet. Ik praatte het goed door te denken dat mijn dietiste supertrots op me zou zijn. Ik moest wat. Ik had dan wel lichtgewicht sportschoenen gekocht, maar die namen ondanks dat ze geen drol wegen, wel een flinke plek in beslag, want maat 41,5. En ga zo maar door. Voor mijn vader kocht ik een groot pak havermout, want dat vindt ie leuk. Ook een kilo. En ellende bij de douane maar daarover straks meer.

Een beste bak havermout. Foto: Jan van Leeuwen

Ik verdeelde de buit over mijn koffer en handbagage. Vrijdagochtend om tien over drie parelden zweetdruppels over mijn voorhoofd. De koffer was dicht. Tevreden stond ik er met mijn handen in mijn zij naar te kijken. Toen ik naar beneden keek, schrok ik. Oh nee he?! Ik had mijn pantoffels nog aan. Die moesten er oooook nog in. De pantoffels frommelde ik in het voorvak. Ik had alles. De koffer was best zwaar en ik vermoedde dan ook dat ik meer dan 22 kilo mee ging zeulen. Peet bevestigde mijn vermoeden. "Geen punt Ka, doen ze niet moeilijk over." Een waarheid als een koe; op het vliegveld werd er een label 'Heavy' aan gehangen zodat de Delta-medewerker geen hernia aan mijn koffer zou overhouden, en daar ging: op naar Nederland.

Voorrang

Eef reed ons naar het vliegveld. Het was voor het eerst sinds tijden stil in de Subaru. Dat had alles te maken met het onmens vroege tijdstip maar ook met het naderend afscheid. Uiteraard sneeuwde het. We reden de Knik af en toen gebeurde het. Neen, geen noorderlicht, geen bald eagle onder een rode lamp, nee hoor, een overstekende moose. Hij kwam van rechts -dus had voorrang- uit het bos, Eef remde zacht -want het was glad- en we sloegen talloze kruisjes dat dat beest door zou lopen en niet zou gaan stilstaan zodat ie vervolgens met een doffe klap op de motorkap zou belanden. Daar hadden we echt geen tijd voor. God en de rest was met ons, want het beest kuierde op zijn dooie gemakkie naar de overkant.



Voor wie geen idee heeft hoe een moose eruit ziet
en hoe groot ie is, heb ik deze foto van internet gehaald.
Geloof het of niet, drie minuten later stak de broer van de eerste moose over. Zelfde verhaal, zelfde afloop. Kon ik toch weer mooi afvinken op mijn lijstje. Rest nog: noorderlicht. Goed. We arriveerden op het vliegveld. Ik open de achterklep om mijn tas eruit te halen vraagt Eef: "Ehm, Ka, kun jij deze cadeautjes meenemen voor Tijmen -je gaat toch naar NL, kan je dit mooi meenemen- zijn verjaardag?" Het zweet brak me voor de tweede keer in korte tijd uit die ochtend. Want mijn tas zat echt nokkie nokkie vol. Ik ritste zorgvuldig de klep open, schoof het cadeau erin, deed het kleinere cadeautje in mijn handtas, omhelsde Eef met een diepe snik en tranen en ging door de douane.

Hula hoop-girl

Ik kwam zonder kleerscheuren door de douane. Mijn handbagage-trolley echter niet. Die werd eruit gepikt. Een vriendelijke medewerkster vroeg of ik er vloeibare spullen in had. Nee. Of zij mijn koffer kon openen. Yes. En daar ging de klep open. Ik zag mijn laptop in mijn wollen muts -leek me veilig- mijn Hula hoop-girl -had Froukje voor me meegenomen uit Hawai, ik wilde zo graag zo'n poppetje in een zomers rokje- mijn lichtgewicht gympen, zakdoeken en nog veel meer. De dame haalde mijn pot havermout eruit. Damn! Het zou toch niet zo zijn dat ik die moest achterlaten? Dan had ik beter mijn blueberry's gehuld in pure chocolade mee kunnen nemen in plaats van die zemelen. Ze vroeg wat het was. Leek me duidelijk; stond erop. Maar bijdehand doen was geen optie dus ik legde uit dat het voor mijn dad was, omdat ie dat zo lekker vindt blablabla. Ze nam het mee. En kwam terug met de bus. Ze had alleen het deksel gelicht en alles was oke. "Have nice day", glimlachte ze. Yes!

Set of theeth

Op naar Minneapolis, de stad waar mijn held Prince is geboren! We zaten wat krapjes in het vliegtuig. Olga zat bij het raam, ik zat in het midden, en naast mij een behoorlijke Amerikaanse. Vriendelijk, stonk niet maar nam wat ruimte in beslag. Voor ons een zat een groot echtpaar op leeftijd. We hadden vijf uur te gaan. Aan het eind van de vlucht werd het echtpaar wat zenuwachtig. Ze zochten duidelijk iets. Maar wat? Ik gokte de bril van de vrouw. "Wrong", schudde de Amerikaanse naast me, terwijl ze begon te lachen. Het was erger dan dat. De vrouw voor ons, draaide zich om. Keurig vroeg ik wat ze zocht. Met een ingevallen bovenlip antwoordde ze: "My set of teeth". Ik geloofde mijn oren niet. Ze was gewoon haar bovengebit kwijt. Ze had m in een servetje gewikkeld en nu was ie weg. Waarschijnlijk mee met het vuil. Haar minstens tweehonderd kilo wegende echtgenoot liet zich op zijn knieen vallen tussen de stoelen. Ik was als de dood dat de beste man shocking klem kwam te zitten. Voor de vorm keek ik ook onder de stoel. Geen gebit. Olga en ik besloten elkaar niet aan te kijken. Je kon deze vrouw niet uitlachen. Dat zou de nekslag zijn. Hoe het met haar set of teeth is afgelopen, vertelt het verhaal niet, maar zelden heb ik zoiets idioots meegemaakt.

Miss Van Loeuwwwen

Of toch. Aangekomen op Minneapolis zochten Olga en ik naar een tentje waar we konden lunchen. Voor ons liep een hippie meisje met een enorme sliert wc-papier achter haar aan. Was dit hip? Had ik iets gemist? Nee hoor, toen Olga het meisje wees op haar enorme papieren staart, werd ze rood en trok het papier uit haar broek. Ze kon het aan ons geven, wij piesten in ons broek.
We gingen naar de wc en toen we daar uit kwamen, ving ik nog net op: "Miss Ven Loeuwwen en miss Sjudddemeeet". Dat waren wij! Van Leeuwen en Schuddemat! We informeerden en het bleek dat het vliegtuig op ons stond te wachten. Wij dachten ruim twee uur te hebben op het vliegveld, maar hadden geen rekening gehouden met het tijdsverschil. Net op het nippertje arriveerden we bij de gate en schoten het vliegtuig in. Zo'n 300 ogen op ons gericht. "Hi guys", mompelde ik en liet me in mijn stoel zakken. Zuchtend en okselklotsend. Voordeel was wel dat we zo konden zitten, nergens hoefden te wachten en, ook zo fijn, dat onze tassen op Schiphol als eerste de band oprolden, want, zo opperde Robert, die hadden ze er al uitgehaald omdat wij er niet waren. Hiaaa!

Olga zat naast een Schot die al behoorlijk dronken was. Tot overmaat van ramp stootte ie ook nog zijn bekertje rode wijn om, de helft belandde op Olga. Omslachtig begon de Schot te deppen. "Never mind, never mind", riep Olga terwijl ze hem wel wat kon aandoen.

Het eind was in zicht, het vliegtuig werd om 6.35 uur vakkundig door de piloot op de landingsbaan gezet. Robert stond met mijn kabouters te wachten. Eind goed al goed.

 

Thank you thank you...

Wat een reis, wat een avontuur, wat een belevenis. Ik ben blij dat ik ben gegaan, dat ik deze kans met beide handen pakte. Het was zo fijn om samen met Olga naar Eef, Peet en Storm te reizen, om te zien hoe ze daar wonen, leven en werken. Voor geen goud had ik het willen missen.

Peet, Eef en Storm.... hoe ik jullie ooit moet bedanken, is me een raadsel. Wat was dit gaaf. Wat zijn jullie een schatties. Love U guys!

Ik had dit bijzonder leuke tripje nooit kunnen maken als Robert niet had gezegd: "Ga maar, ik neem een week vrij en  ik zorg voor Bob en Tom." Ook niet zonder mijn ouders die insprongen waar nodig en het leventje van Bob en Tom zo normaal mogelijk lieten verlopen. Olga, many thanks voor je aangename gezelschap, dat kunnen wij wel.

En jij, Ka gaat naar Alaska-lezer, super bedankt. Voor de positieve reacties. Ik vond het erg leuk deze blog te schrijven, maar het werd nog leuker toen ik merkte dat ik werd gevolgd. Dat mensen er om moesten lachen. Daar had ik niet op durven dromen.

Mocht ik verder gaan bloggen, zijn jullie de eerste die het horen...

www.knikriverlodge.com

En, omdat we er geen genoeg van kunnen krijgen, hier voor de liefhebbers nog wat foto's. Want: gelukkig hebben we de foto's nog....

                                           
                                           Mijn ontbijt: versgebakken brood met marmelade en, ja
                                                    hoor twee blueberry's omhuld in pure chocolade on top...

                                         
                                           The golden girls.


                                          Peet en ik bij de Italiaan, in afwachting van de Moose Pie.


 
                                                         Betonnen pannenkoeken in Gwennies.


                                              Met mijn vriendje Storm en zijn oma op de bank.


                                            Gouden bobslee-duo Olga en Ka.


                                             En de trein? De trein denderde door....