zaterdag 20 december 2014

Ka bakt worstenbroodjes voor school


Worstenbroodjes voor het kerstdiner. Zalig.

Och. Wat geniet ik. Wat kom ik bij. Zaterdagochtend. Half acht. Ik loop nog in mijn joggingbroek en slaaphoofd. Mijn kleinste mannen kijken naar Kerst met Linus. Relaxed. Geen gehaast. Geen geheu. Geen ‘heb je mijn scheenbeschermers in mijn tas gedaan?’ of: ‘mahaaam, kom nou we moeten toch weg? Anders komen we te laat op het voetbalveld’ en, mijn kleinste die nog niet voetbalt, ‘ik haat voetbal. Ik wil niet mee. Nee, ook niet als ik warme chocolademelk krijg’. Niks van dat al. Rust. Krantje lezen. Koffie drinken. Het is kerstvakantie en het voetbalgebeuren heeft ook vakantie. Aan deze zalige zaterdagochtend ging wel wat stress vooraf; donderdag hadden mijn boenders kerstdiner.

“Vergeet je niet op de lijst in te vullen wat je gaat maken”, prikte een moeder vinnig in mijn arm. Ik zei dat ik even mijn Donald Duck-kookboek moest zien te vinden en dat ik dan echt, echt haar o-zo belangrijke lijstje zou invullen. Mijn oudste hoorde het aan en trok zijn wenkbrauw op. Ik knipoogde naar ‘m.

Woensdagmiddag vond ik het Donald Duck-kookboek terug. Gelukkig. Democratisch besloten mijn oudste, jongste en ik dat we Kwik, Kwak- en Kwek-worstenbroodjes gingen maken. “Trek ik lekker mijn Juichpakske aan”, danste ik door de keuken. Mijn mannen zuchtten diep en hoopten dat ik een grapje maakte.

Donderdagmiddag, half drie. Hieperdepieper hollen mijn mannen naar me toe. “Gaan we worstenbroodjes bakken, mam?” Ja ja. De ingrediĆ«nten heb ik klaar staan. Gelijk bakken is geen optie, dat is nog te vroeg. Hoe ik het voor elkaar krijg is me nog steeds een raadsel, maar ineens duw ik enorm tegen de deadline van het kerstdiner. We hebben nog een half uur. Dat is wat krap op z’n zachtst gezegd. Mijn mannen staan in hun nieuwe trui (‘waarom staat er geen kersthert op?’, vroeg mijn kleinste nog teleurgesteld.) in de keuken. Binnen een minuut zitten die vrolijke kersttruien zonder kersthert onder de bloem. 

We ploppen het deeg open, rollen de worsten erin en leggen de broodjes op de bakplaat. “Mam! Mogen moslims dit ook eten”, vraagt mijn immer aan anderen denkende oudste. Nee. “Dit is niet halal, nee.” Mijn oudste trekt een pruillip. “Dan mag Youssouf dit niet hebben en ik had hem gezegd dat jij de allerlekkerste worstenbroodjes van de hele wereld bakt.” Mijn hart breekt. Mijn zenuwen ook. We hebben nog tien minuten. Ik schuif de plaat met broodjes in de oven. Hijs mijn mannen vast in hun jas. Zet de tas met kerstpresentjes voor de juffen klaar. Braaf staan mijn boenders in hun jas en muts op in de keuken te wachten. De oven piept. We hebben nog een minuut. Als bezetenen fietsen we naar school. Ik ben gesloopt. De moeder met haar prikkende vinger rolt met haar ogen als ik de school binnen stier. “Je hebt het niet op de lijst gezet”, wijst ze op mijn dampende broodjes. Ik grijns en loop naar de klas.

Als ik mijn mannen na ruim een uur weer ophaal, stralen ze. “Mam, iedereen vond de broodjes heerlijk. Vooral juf Natasja. Ik moest haar er eentje brengen.” Ik haal opgelucht adem en voel hoe moe ik ben. Terwijl ik in de schoolgang sta, verheug ik me op die lange lome zalige zaterdagochtend. Die ochtend waarop ik niets moet. Helemaal niets.


woensdag 10 december 2014

Ka vermoordt bijna een azalea

De azalea's hebben het overleefd. Thank god.
Als ik het lege, verlaten huis van mijn oude buuf inloop, slaat de schrik me om het hart. Ik had haar zo beloofd dat ik er goed voor zou zorgen en nu staat er een opgedroogde azalea. De bloemen bruin, de aarde droog. Dat. Ik besluit de plant te reanimeren. Loop naar de keuken, zet de kraan zachtjes aan en zet de dorre plant in de gootsteen. Vervolgens doe ik een schietgebedje.

“Hoe is het met je”, vraag ik mijn oude buuf. Ik hoor een hoop gekraak aan de andere kant van de lijn. “Wacht even, ik loop even weg. Oh, moment, Ciska gaat weg. Ja. Daaaag Ciska. Leuk dat je er was hoor. Ja, heel leuk. Dag Ciska. Wat? Je tas? Oh ja, daar. Nou daaag.” Ik ijsbeer wat door de kamer. “Zo, Ciska is weg”, meldt mijn oude buuf monter, “ja, ik sta in een hoek te bellen. Gisteren zaten we aan tafel en toen werd een mevrouw gebeld en de tafelgenoten waren zeer ontstemd. Bellen doe je niet aan tafel. Dus ik dacht: ik loop maar even weg. Ze zijn hier niet zo van het bellen. Hoe is het met jou?” Hoe het met mij is?! Ik wil weten hoe het met haar is. “Goed, goed. Is de operatie goed gegaan?”, vraag ik. Uitstekend, zegt mijn oude buuf. “Zo interessant weer. En ik had geleerd van de vorige operatie: ik heb gewoon mijn bril opgehouden. Dan kan ik tenminste wat zien. Alleen het bijkomen was waardeloos. Ik lag naast een vrouw op de kamer, nou die was gewoon krankzinnig. Schreeuwde de hele tijd heel hard. Ik heb de zuster gevraagd of ze die waanzinnige een pilletje kon geven. Zo knap ik natuurlijk niet op”, ratelt mijn oude buuf. Nee. Daar knap je niet van op. “Maar na twee dagen ziekenhuis kon ik lekker naar het zorghotel. Ik blijf nu niet zo lang hoor, ik moet op tijd terug zijn voor mijn verjaardagsfeest.” Ik knik maar realiseer me dat ze dat niet ziet. Dinsdag hoopt ze weer thuis te zijn. “Heb ik eigenlijk veel post? Is de Musica gekomen?” Ik zeg dat ik dat niet weet. “Ik leg de post op een stapeltje, maar kijk er niet in, dus geen idee”, antwoord ik. “En gaat het goed met mijn azalea’s? Mooi zijn ze he?” Ik antwoord ontwijkend. Ze heeft het niet in de gaten.

Dinsdagavond laat gaat mijn telefoon. Ik schrik. Het is de buuf. “Joehoeh, ik ben er weer hoor! Kind, wat zijn de azalea’s mooi. Hoe doe je dat toch? Nou het is een zware tegenvaller om thuis te zijn. Ik werd zo lekker verzorgd in dat zorghotel he? Nou ja, ik ga zo maar naar bed. Hartelijk dank voor je chocolaatjes, die ga ik zo in bed eten. Met jullie alles goed? Zal wel he? Nou daag, daaag, bedankt hoor, heel erg bedankt.” En weg is de oude buuf.


Er valt een last van me af nu ik niet meer de zorg voor die azalea’s heb. Volgend jaar moet ze gewoon maar weer kerststerren neerzetten, die begrijp ik veel beter.

maandag 8 december 2014

Ka leest Het Kerstfeest van Bob

Uberschattig toch? Bob de Straatkat in Het Kerstfeest
van Bob met een gebreid dasje.

Ik lees veel. Kranten, tijdschriften en boeken. Soms komt het voor dat ik een boek uit heb, maar nog dagen daarna in het decor van het boek zweef. Volledig in de ban van het verhaal. Dat zijn de betere boeken. Die beklijven. Dan heb je echt waar voor je geld.

Voor www.damespraatjes.nl mocht ik Het Kerstfeest van Bob recenseren. Ik ben niet zo'n enorme kattenliefhebber. En al helemaal niet van pratende of schrijvende katten. De enige kat die ik geweldig vind, is Garfield. Sinds ik Het Kerstfeest van Bob heb gelezen, kan ik Bob ook aan het rijtje 'katten die ik geweldig vind' zetten.

James Bowen, de schrijver, is straatmuzikant in Londen. En dat is sowieso al een leuk gegeven, want ik vind Londen leuk. Heel erg leuk. James is een ex-verslaafde. Dat is voor James niet leuk, maar ik houd van het rauwe leven van anderen. Het knokken om te overleven. Weet ook niet zo goed waarom me dat zo aantrekt. Het verhaal waarschijnlijk.

Enfin. Het Kerstfeest van Bob is heerlijk. Niet sentimenteel maar mooi. Ik houd ervan. Benieuwd naar het verhaal? Lees dan mijn recensie op: http://www.damespraatjes.nl/2014/ka-leest-het-kerstfeest-van-bob

woensdag 3 december 2014

Ka d’r buuf is weer ziek

Voor deze azalea moet ik zorgen van de oude buuf.
Een jaar geleden hoorde mijn oude buuf het slechte nieuws. Ze had kanker. We zijn een jaar verder, haar kerststerren die ik in leven moest zien te houden, zijn inmiddels overleden, maar zij is er nog. “Ze heeft wel een jasje uitgedaan, he?”, constateert Cornelia. Ik moet Cornelia, een andere oude buuf, gelijk geven. Na de operatie vorig jaar december is mijn oude buuf een beetje aan het kwakkelen. Al vindt ze zelf van niet.

“Ik moet naar het ziekenhuis. Ik ben zo sloom. Ze gaan een maag- darmonderzoek doen. Moet ik anderhalve liter smurfendrank opdrinken. Hoe krijg ik dat in hemelsnaam weg”, vraagt mijn oude buuf zich af. Een maag- darmonderzoek?! Maar dat klinkt niet best. “Allemaal vergeefse moeite. Je zult zien: ik heb niks.”

Als ze het onderzoek achter de rug heeft, belt ze me op. “Kun jij me helpen. Ik krijg mijn laptop niet uit. Dat lampje blijft maar knipperen.” Even overweeg ik mijn oudste naar haar toe te sturen, maar besluit toch maar zelf te gaan. Ze heeft ongeveer vijfentwintig tabbladen geopend. Ik sluit ze, en zet de computer uit. “Wat ben jij toch een talent, jij kan echt alles he?”, slaat ze me vrolijk op mijn schouder. Ze houdt een trommel onder mijn neus. “Hier, neem een koekje.” Ik schud mijn hoofd. “Chocolaatje dan?”, vraagt ze terwijl ze een schaaltje kerstkransjes pakt. In het meest gunstige geval zijn ze een jaar oud, maar ik vrees dat deze kerstkransjes al wat kerstfeesten meegaan. Ik bedank vriendelijk en ga naar huis. Over het onderzoek zwijgt ze.

Drie dagen terug gooide ze de krant in de bus. Op de voorpagina had ze gekrabbeld: “Dank voor het zorgen voor de kliko. En oh ja, woensdag word ik geopereerd. De kanker is weer terug.” Ik bel bij haar aan. “Wat erg zeg, is het weer terug?”, vraag ik. Mijn oude buuf knikt. “Apart he?”, antwoordt ze opgewekt, “ik snap er niks van hoor. Ik voel me prima, dus het zal wel meevallen allemaal.” Ze sjokt de bloedhete huiskamer in. “Ik hoop wel dat ik mijn verjaardag gewoon kan vieren. Ik word notabene tachtig en mijn broer heeft en feest voor me georganiseerd. Hebben jullie de kaart al ontvangen?” Haar telefoon gaat. Haar telefoon gaat altijd. “Nans! Alles is prima met mij. Je komt? Je komt? Je komt? Nou fijn hoor Nans. Ik ga weer ophangen, ik heb de buurvrouw op visite. De buurvrouw. En zo vaak is zij hier niet, dus ik ga weer even naar mijn visite. Ja je komt Nans, fijn hoor, daaag.”

Ze gaat zitten. “Dan wil ik jou om een gunst vragen. Wil jij tijdens mijn afwezigheid de post opruimen, de krant lezen en de kliko’s verzorgen?” Ik knik. Tuurlijk. Als ik wegga, roept ze me. “Ik vergeet je nog iets te vragen. Wil jij mijn azalea’s een beetje water geven als ik weg ben?” Zelfde setting, zelfde decor als vorig jaar. Alleen zijn de kerststerren vervangen door azalea’s.


dinsdag 2 december 2014

Ka valt af bij Health Works Fitness 2

Planken met mijn sportmaatje Josefine bij Health Works Fitness.
Ik ben vijf weken verder na mijn eerste weegmoment op mijn sportschool Health Works Fitness. Viel het mee? Nee. Natuurlijk niet. Maar ik ben er wel achter dat een stok achter de deur, in mijn geval Ratna, mij wel helpt om bepaalde keuzes te maken. Als het nieuwe weegmoment in zicht komt, dan wil ik toch niet afgaan op die weegschaal. Dus denk ik: even strak, even rustig aan. En dat werkt.

Wat ook werkt is samen sporten met Josefine, mijn sportmaatje. Zij is zeer stimulerend. Zo was ik ziek, een fikse griep had ik te pakken, en Josefine stuurde mij een kaart. Om mij een hart onder de riem te steken. Ze schreef daarop de legendarische woorden: 'Van ziek zijn val je af.' Hahaha.

Maar of dat ook zo is? Afgelopen vrijdag ging ik naar de slachtbank. "Heb je er ook zo'n zin in", grijnsde Ratna terwijl ze de weegschaal installeerde. Of ik ben afgevallen?

Lees maar: http://www.damespraatjes.nl/2014/ka-valt-af-2-weigeren-geen-optie