Een van mijn redactietaken was het bezoeken van
schoolklassen. Gewoon in mijn broek en uiteraard op mijn Palladiums. Ik werd
aangekeken alsof ik van een andere planeet was komen aanvliegen. Later zou de
meester van de klas me vertellen dat de kinderen nogal ondersteboven waren van
mijn broek. Ik keek naar mijn benen. Niks mis mee, geen vlekken, geen gaten. “Vrouwen
dragen een rok”, knipoogde hij. “Nou ja”, knipoogde ik terug, “het was heel
simpel. Ik had vanochtend twee opties: of een broek of niets. Ik koos voor het
eerste.” Haastig verliet ik het schoolgebouw, bang dat ze me in hun sekte
zouden opnemen en ritueel met broek en al zouden verbranden.
Mijn collega die het gebied kende, drukte me op mijn hart om
niet te vloeken. Ik vloek niet zoveel, maar er zijn momenten dat ik kan klinken
als een bouwvakker die op zijn duim slaat. Ik knoopte het advies in mijn oren.
Stapte nietsvermoedend een klaslokaal binnen en om het ijs te breken zei ik:
“Jeetje, wat een gezellig lokaal.” Twintig kleine ijskonijnen keken me
vanachter hun schoolbankje verschrikt aan. Ik begreep er niets van. De
knipogende meester vertelde mij later dat de kinderen nogal waren geschrokken
van het woord ‘jeetje’. Was toch een verbastering van de naam van god, doceerde
hij mij. Ik zuchtte diep. Deed ik verdorie, eh, niet verdorie zo mijn best en
ging ik nog de mist in.
Jan van Schaffelaar en Ka.... |
Vijf jaar heb ik in Barneveld gewerkt en ik moet toegeven,
ik heb een zwak gekregen voor dat kippendorp. Nog steeds maak ik regelmatig het
ritje naar de Veluwe, nu om er met mijn oud-collega’s te lunchen en oude koeien
uit de sloot te trekken.
Zo ook gisteren. Ik dacht dat ik de verbazing voorbij was. Mis! Mijn oud-collega Maaike -zelf geboren en getogen op de Veluwe- haalde mij bruut uit mijn droom. “In dit hele
pleurisdorp is geen fatsoenlijke kalender te vinden”, baste ze. Geen
fatsoenlijke kalender? “Nee”, riep ze, “vorig jaar trok ik zo’n weekagenda uit
een schap en thuisgekomen dacht ik dat ik gek werd. De week begint hier op
zondag. Weet je hoe onhandig dat is? Dan heb je je weekend dus niet in een
oogopslag naast elkaar. En dáár gaat het nou juist om”, brieste ze. Mijn mond
viel open. Dat dát bestaat. Ik had er geen idee van. “Nou, dan heb je ook de
aparte schappen van de kerstkaarten zeker over het hoofd gezien”, schampte
Maaike, “je hebt de gewone Fijne Feestdagen-kaarten, en in een apart rek de
Goede en Gezegende Kerst-kaarten.” Ik verslikte me in mijn omelet. Zouden mijn
superwarme thermosokken waarop ik mezelf vlak voor de lunch trakteerde ook goed
en gezegend zijn? Laat ik het hopen, dan zit ik er tenminste warmpjes bij
tijdens de ongetwijfeld koude winter die voor de deur staat te drammen. Please! Laat het in godsnaam zo zijn...
Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke twee weken een verse blog van mij!