Als ik op weg ben naar de buurtsuper en bij haar naar binnen
kijk, geloof ik mijn ogen niet. Ik draai me niet eens om om terug te lopen,
maar zet mijn lijf in z’n achteruit en blijf voor haar raam stilstaan.
Darth Vader in het zwart. Mijn oude buuf leek op Darth maar dan in het wit. |
Wat zit daar nou aan tafel? Is dat de witte uitgave van
Darth Vader uit Star Wars? Leeft het überhaupt wel? Ja. Het leeft want het
zwaait. Moeizaam schuift mijn oude buuf haar stoel naar achteren en sloft naar
de voordeur. Ze doet de deur open en ik weet gewoonweg niet waar ik moet
kijken. “Wat heb je nou op je hoofd?”, vraag ik op gepaste afstand, bang dat
het witte gevaarte elk moment kan ontploffen. Verbaast kijkt ze me aan.
“Gewoon, een haardroogkap muts”, haalt ze haar schouders op. Ze ziet er uit als
een mislukte smurf. “Een haardroogkap muts?”, herhaal ik haar antwoord dom,
terwijl ik razendsnel uitreken hoeveel punten me dat bij een potje Scrabble
oplevert. Mijn haardroger past in mijn hand, heeft een snoer en stekker en
blaast. Nooit eerder zag ik zo’n gevaarte. Mijn oude buuf giechelt. “Ja, ik heb
mijn haar gewassen en dan zet ik mijn haardroogkap muts op.” Ze kijkt langs me
heen en zwaait naar buurvrouw Cornelia. “Hee, Cor, hoe is het met je?”, vraagt
ze alsof ze er niet uitziet als een buitenaards wezen. Traag draait Cornelia
haar hoofd. Thuis noemen wij haar de schildpad omdat ze zo verschrikkelijk
langzaam loopt. Altijd ben ik bang dat ze niet goed wordt, precies voor mijn
raam. Dat ik er dan ook iets mee moet. “Goed hoor”, zegt ze langzaam. Ik
voorzie een lang gesprek en wrijf in mijn handen.
“Heb je je haar lekker gewassen?”, vraagt Cornelia die
duidelijk wel weet wat mijn oude buuf op haar hoofd heeft. Mijn buuf knikt. “Ik
moet ook ergens nog zo’n ding hebben. Maar tegenwoordig ga ik naar de hoek.
Naar die kapper. Wil jij mijn haardroogkap muts misschien hebben?” Vraagt ze
dat nou aan mij? Zou ze weten dat ze het echt hardop zegt?! Ze herhaalt haar
vraag terwijl mijn oude buuf mij iets te hard in mijn bovenarm prikt. “Ze
vraagt je wat.” Ik glimlach mijn liefste lach. “Nee buurvrouw Cor, ik hoef geen
haardroogkap muts. Ik heb een föhn.” Voordat ze me de voordelen van de
haardroogkap muts uit de doeken kan doen, spring ik als een jong hert over het muurtje,
steek mijn hand op en speer naar mijn eigen huis. Zo snel dat buurvrouw Cor me
niet kan volgen.
Thuisgekomen speur ik internet af. Op zoek naar de
haardroogkap muts. Verdomd. Ze zijn nog gewoon te koop ook. Terwijl ik mij
verwonder, gaat de bel. Daar staat ze, mijn oude buuf met haar haardroogkap
muts op en haar postbode schoentjes aan. In haar hand heeft ze een plastic zak
met een koek. “Hier voor jou, notenkoek uit Groningen.” Ik bedank haar en vraag
haar waarom ik dit krijg. “Omdat je mijn kliko achterom hebt gezet.” Logisch.
Ik kijk naar de koek. Mijn oude buuf ziet het. “Ik heb er een stuk vanaf
gesneden, was benieuwd hoe ie smaakte.” Met de hakken van haar
postbodeschoentjes tegen elkaar aan, draait ze om. Ik hoor de haardroogkap muts
ruizen. “Is oké”, mompel ik terwijl ik van de ene in de andere verbazing
donder. “Met een beetje roomboter erop, is die koek helemaal niet te
versmaden.” Goede raad, van een goede buur. Kom er nog maar eens om….
Meer blogs lezen? Wekelijks blog ik voor www.damespraatjes.nl!