zondag 15 september 2013

Ka pumpt op het strand

Zo’n half jaar geleden opperde mijn sportjuf en groene smoothie-goeroe mee te doen aan het Les Mills Beach Workouts 2013. De dag dat ze dat voorstelde, scheen het zonnetje, ontwaakte het voorjaar en begon ik redelijk in de stemming te komen. Sporten op het strand. Het was wat anders dan liggen op mijn handdoekje op het strand en koele drankjes drinken, maar goed, die groene smoothies vond ik aanvankelijk ook geen aantrekkelijk plan en daar had ze me toch ook maar mooi aangekregen. Ik dacht: just do it.

Ik charterde mijn sportieve en gezellige collega, we ronselden nog wat fanatiekelingen op de sportschool, schreven ons in en genoten van de zomer. Aan de workouts van die Les Mills dacht ik niet meer.

Tot de organisatie mailtjes begon te sturen om ons, sporters, te enthousiasmeren. Met klap op de vuurpijl meldde de organisatie zo trots als een pauw dat Monk het event zou afsluiten. Monk?! Ja Monk! Alias George Foreman III, de zoon van de legendarische profbokser George Foreman. Ik was om. Weer of geen weer. Ik moest Monk zien.
 
De week voor het event, zoals Les Mills maar bleef schreven, hield ik het weerbericht nauwlettend in de gaten. Regen. Wind. Hier maar vooral daar een bui. De avond voor het event zag ik dat het er vooral geen zon zou schijnen. Daar gingen we, mijn collega en ik, op zaterdagochtend op naar Scheveningen. Met mooi weer verlieten we ’t Gooi en richting kust striemde de regen tegen de autoramen. We hielden de moed erin. Is straks over. Vast. We parkeerden de auto, liepen richting strand, een stevige wind blies me uit mijn figuur, het opvliegende zand scrubde mijn huid. Ik hield stand en bereikte veilig een strandtent waar het haardvuur behaaglijk knapperde.

Op de afgesproken tijd betraden we de sportarena van Les Mills. Daar stonden we. Het was droog. Er was zand. Veel zand. Ik haat zand. Het is te doen als ik doodstil op mijn handdoekje koele drankjes kan drinken, maar bewegen in zand is een toestand. Mijn sportschoenen zaten binnen no time al snel vol irritante korrels. De master pumptrainers betraden het podium. Een van de vijf had bovenarmen zo groot als mijn bovenbeen maar dan gespierd. “Die leed vroeger aan obese”, vertrouwde mijn pumpjuf mij toe. Ah. Er was nog hoop.

Ken van Barbie met zijn beste armen...

Balancerend in het zand met de gewichten op mijn nek, stond ik te hannesen. God wat verlangde ik naar mijn handdoek en koele drankjes. Daar dacht die vleesgeworden Ken van Barbie heel anders over. “The pain you feel to today, is the strength you’ve tomorrow!!!”, knalde hij over het strand. Het was nog maar de vraag of ik die tomorrow zou halen.
 
 
 
Inmiddels zat het zand overal, was er op de plek waar ik mij bewoog een kuil zo diep ontstaan waar een Duitser jaloers op zou zijn, en vond ik het wel weer welletjes. De zon scheen, dat wel. Nadat we de pumples joelend afsloten, was het de hoogste tijd voor Monk. We zaten er klaar voor. Op de tribune die verder tamelijk leeg was. Daar liep iets. Zou dat? Is dat? Het zag er wel uit als een monk. Ik zat op het puntje van mijn stoel. Ja. Het was monk. Monk krabde opzichtig aan zijn edele delen, bolde zijn schouders en liet zijn armen slingeren. Het was me duidelijk waar zijn bijnaam vandaan kwam. Redelijk ongeïnspireerd sloot Monk het event af met een demonstratie van disque; een dodelijk saaie workout met touwtjes en weerstand. Ondanks mijn teleurstelling, joelde ik naar Monk en verliet met mijn sportmaatjes de arena.
 
 
 

We sloten de dag af met het drinken van koele drankjes. Zonder handdoek, maar met een warm vuurtje. Dat dan weer wel.
 
 


En nog wat foto's opdat we niet vergeten: