 |
Bob kan het nauwelijks aanzien. |
Vaderlijk sprak Louis van Gaal mijn boenders via het Jeugdjournaal toe. "Ik
zou mijn kinderen altijd de wedstrijd laten zien, want het is iets unieks, denk
ik, als je ziet wat voor impact het heeft op heel het wereldgebeuren”, vond de
bondscoach. “Ik zou ouders dus ten strengste adviseren om hun kinderen gewoon
naar de wedstrijd te laten kijken.” Ha. Mijn boenders keken mij triomfantelijk
aan. Als Lolly van Gaal, zoals mijn kleinste hem uiterst serieus noemt, het
zei, dan moest ik wel van heel goeden huize komen om die boenders naar bed te
bonjouren. Het idee dat ze tot tien uur op moesten blijven om vervolgens nog
eens talloze minuten voetbal te kijken, vond ik weinig aanlokkelijk. Ik bedacht
de constructie eerst-even-slapen-en-daarna-kijken. Vonden ze niet ideaal. Ik hield voet bij
stuk. Ik hees ze de kleinste alvast in zijn Juichpakse en de oudste in een
prachtig oranje shirt en bracht ze naar bed.
Tien minuten en een bak overredingskracht had ik nodig ze om
kwart voor tien uit bed te krijgen. “Voetbal begint zo. Kom nou.” Morrend draaide
mijn oudste zich om. Snauwde iets onverstaanbaars. Ik zette m rechtop. Hij viel
weer om. Dan mijn kleinste. Kind had het snikheet in zijn synthetische
Juichpak. Met rode konen keek hij mij woest aan. Maakte een schijnbeweging om
uit bed te komen, maar nam een snoekduik en kroop weer onder het dekbed. Ik
zuchtte diep. De Man bood de helpende hand en haalde de twee eruit. Op naar
beneden waar de limonade en chocolaatjes voor ze klaar stonden.
Slaapdronken giechelden ze op de bank. Ik kon Frank Snoeks
niet horen en wilde dat wel. Hoopte zo dat er weer een of andere malloot hem
zou bellen. Kritisch keek mijn kleinste naar de televisie. “Nederland gaat niet
naar de finale.” Een simpele constatering die insloeg als een bom. Of ie wel
goed bij zijn hoofd was? Tuurlijk ging Oranje door. Mijn kleinste schudde ze
hoofdje. Gewoon negeren. Na twee keer drie kwartier hingen we alle drie
lamlendig in de bank, terwijl De Man zijn gras maaide en zijn geiten eten gaf
op zijn virtuele boerderijtje. Doodmoe waren we. De verlenging. “Nederland gaat
niet naar de finale”, herhaalde mijn kleinste. Mijn oudste gaf m een dreun. Zo
doe je dat. De verlenging was voorbij. Ik barste van de slaap. “Wat denk je
mam, gaan we het redden?”, vroeg mijn oudste. Ik haalde mijn schouders op.
“Waarom zet Lolly van Gaal die Tim Krul niet in het doel?”, vroeg mijn
kleinste. Ik verbaasde me over zijn voetbalkennis. Mijn oudste legde uit
dat Van Gaal niet meer mocht wisselen. We wilden Krul in het doel. Die reus.
Met die enorm lange armen. Maar ja. Lolly beslist.
Wat ging het fout. Ron Vlaar, de beer van de match miste. En
Wesley ook. Het oranje doek viel. Beteuterd keken we naar de televisie terwijl
De Man al op bed lag. We keken naar het hamsterlegioen. We zagen de grote
hamsters blij op het raam dansen. “Jammer, he jongens?” Mijn oudste knikte. “Ik
had het toch gezegd”, jengelde mijn kleinste.
Ik viel in een diepe onrustige slaap. Droomde over Louis van
Gaal. “Ik zou jou ten strengste adviseren dat Juichpak te verbranden”, sprak
hij mij toe. Zwetend werd ik wakker. Dat nooit. Lolly moest nou maar eens een
poosje zwijgen.