zaterdag 24 januari 2015

Ka wordt wakker in een witte wereld

Sneeuwman Olav wordt in elkaar geknutseld.
 
Er wordt ijzel voorspeld. En sneeuw. Vind ik niet erg zolang ik gewoon lekker binnen kan zitten. Dat ik vanaf de bank naar buiten kan kijken hoe het ijzelt. Minder grappig vind ik het om met dit soort barre weersomstandigheden auto te rijden. Mijn oudste heeft de volgende dag een voetbalwedstrijd. In de loop van de avond krijg ik een appje. Afgelast. Opgelucht haal ik adem. Ik hoef niet om 8.15 uur in de auto op weg naar een of ander knollenveld in de buurt.

’s Nachts word ik wakker door een autoalarm. Benieuwd of het al heeft gesneeuwd kijk ik met mijn lenzenloze ogen naar buiten. “Het voetbal gaat wel door”, mompelt De Man. Huh? Foutje van de KNVB. Ik zucht diep en zet alsnog mijn wekker. Om zes uur komt mijn kleinste, met slaapmuts, juichend de slaapkamer in. “Het sneeuwt, mam”, maakt hij mij wakker. Ik kreun.

Weer kijk ik naar buiten. De wereld is wit en doodstil. Zo moet sneeuw zijn, denk ik terwijl ik onder de douche spring. Als ik mijn oudste vertel dat er toch voetbal is, zucht hij. “Maar het sneeuwt”, wijst hij naar buiten. Ja. Vindt de KNVB geen enkel probleem, een beetje sneeuw.
Al snel worden de andere ouders uit het voetbalappje wakker. Om vijf over zeven wordt het definitief: de wedstrijd gaat niet door.

“Mooi”, roept mijn oudste, “dan kan ik een sneeuwpop maken.” Mijn kleinste wurmt zich in zijn snowbootsen. Daar gaan ze. Vakkundig maken ze twee grote sneeuwballen. Die ploppen ze op elkaar. “Zo”, wrijft mijn oudste in zijn handen, “nu een wortel mam.” Sinds ik onder het strakke afval-regime van Ratna sta, heb ik altijd wortels in huis. Ik pak er een. Als mijn jongste de wortel in de sneeuwbal duwt, valt het hoofd van de pop eraf. Mijn oudste zucht en rolt met zijn ogen. Een tweede hoofd wordt gemaakt. Plop. Op het rompje van de sneeuwman. Inmiddels heeft mijn kleinste steentjes gezocht die als knoopjes moeten fungeren.
Samen bouwen ze Olav, zoals de sneeuwpop inmiddels heet, af. Worteltje erin en klaar.

Olav. Rust in vrede.


Met frisse rode wangen en een snotneus komen ze binnen, die mannen van mij. Ze nestelen zich op de bank en warmen hun handen aan een kop warme chocolademelk. Olav staat heel erg sneeuwpop te zijn, buiten in de voortuin. Als niet veel later de zon doorbreekt en de dooi (hoera!) inzet, overlijdt Olav. Even overwegen mijn boenders een staatsbegrafenis. Maar zien daar van af. “Als het weer sneeuwt, maken we gewoon een nieuwe.”


Zo simpel is het.

De trotse maker van Olav.