Ik fietste hard. Maar remde nog harder toen ik een Galaxy
Note 3 midden op het fietspad zag liggen. Mijn achterband slipte weg. Ik liep
terug en pakte de mobiele telefoon op. Ik deed m haastig in mijn zak, alsof ik
m gepikt had. Ik vervolgde mijn weg. Het ding brandde in mijn jaszak. Ik zette
mijn fiets op slot en haalde de mobiel die niet van mij was uit mijn zak. Hij
vroeg om een code. Op de achtergrond zag ik een foto van een poolhond. Ik
drukte op wat knopjes. Er gebeurde niets. Ik moest wachten tot iemand mij zou
bellen. Ik stelde me voor dat er gebeld werd op dat vreemde toestel. Dan moest
ik opnemen. Wat zou ik dan zeggen? Hallo met Ka? Nee, natuurlijk niet. Dan hing
degene aan de andere kant weer op. Hallo met de vinder van deze mobiele
telefoon? Sjonge. Dat klonk wel heel idioot. Eigenlijk hoopte ik dat niemand
zou bellen. Ik had tijd nodig.
.JPG) |
En de poolhond, de poolhond zweeg in alle talen. |
De poolhond keek me hongerig aan. Stom beest. Ik deed mijn
boodschappen. Van wie zou deze mobiele telefoon zijn? En zou de eigenaar nou
helemaal in paniek zijn? Zou het zweet onder zijn oksels klotsen, zou hij het
niet meer hebben? Het leek me een telefoon van een man. Zo’n ding past niet in
een hip damestasje. Ik pakte de telefoon weer uit mijn zak. Trok het pennetje
eruit. Tikte interessant op het scherm. Er gebeurde niets. Misschien was de
eigenaar wel zo enorm blij als hij zijn telefoon terug kreeg dat ie mij een
dikke beloning gaf. Dat zou wat zijn. Ik grijnsde. En kocht vast wat truitjes
van de winst.
Ik liep naar de drogist om mijn laatste boodschappen te
doen. Daarna zou ik naar huis gaan en op internet eens gaan speuren hoe met
mijn vondst om te gaan. Naar de politie wilde ik m niet brengen. Ik wilde eerst
zelf eens kijken of ik de eigenaar kon terugvinden. Tevreden keek ik naar het batterijicoontje.
De Galaxy Note 3 had voldoende voedsel. Mooi. Ik pakte tandpasta, een zak drop
en haarverf sloot in een lange rij voor de kassa aan. Toen ik aan de beurt was,
stond er een man naast me. Of hij even voor mocht om wat te vragen. Ik knikte. Tuurlijk.
Ik verstijfde. Hoorde ik dat nou goed? Vroeg hij nou aan de caissière of er een
mobiele telefoon was gevonden? Uit het niets vroeg ik: “Wat voor een telefoon?”
alsof dat een vraag was die er toedeed. Ik weet niet eens welk type iPhone ik
zelf heb. “Een Galaxy Note 3”,
antwoordde de man. Ik haalde het ding uit mijn zak en hield m omhoog. “Deze?”.
Stralend keek hij me aan. Ik gaf hem de telefoon, hij toetste een code in, de
poolhond verdween en daarvoor in de plaats verschenen zijn apps. Mijn mond viel
open. Ik vertelde waar ik de telefoon had gevonden en dat dat toch al zo’n drie
kwartier geleden was. De caissière stond met open mond te luisteren. Ik stond
aan de grond genageld. Ik geloof niet in toeval. Maar wat nou als ik niet naar
de drogist was gegaan? Maar dat was ik wel. De man stotterde wat. En gaf me een
warme hand, groette vriendelijk en verliet de drogist. De caissière en ik keken
elkaar aan. Hoe Was Dit Mogelijk? Van schrik vergat de caissière mijn haarverf af
te rekenen. Ik hield mijn mond. Een beloning had ik niet gekregen, nou dan was
dit mijn beloning, zo dacht ik. Ik verliet de drogist en keek of ik de man nog
zag. Nee. Hij was weg.
Het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd.
Meer blogs lezen? Kijk dan eens op www.damespraatjes.nl. Daar is wekelijks een verse blog van mij te lezen.