En? Heeft ie zijn diploma? Jazeker. Maar dat ging niet
vanzelf. Oh? Maar als ze toch mogen afzwemmen dan hebben ze dat papiertje toch
eigenlijk al op zak? Ja, eigenlijk wel ja. Maar er kan nog van alles misgaan.
Zo herinner ik mij nog een afzwemmertje voor B in de groep
van mijn oudste. Het meisje was met geen tien paarden het bad in te jagen.
Haar ouders, de badjuffen, de strengste badmeester werd zelfs van stal
getrokken; geen mens kreeg het voor elkaar het kind middels een kikkersprong
het water in te krijgen. Ze zette haar hakken in het zand en vertikte het. Het
beeld van het gezin dat, met grote vrolijke cadeaus, het zwembad met gebogen
hoofd verlieten terwijl het meisje het op een brullen had gezet, staat op mijn
netvlies gebrand. Daar ging hun feestelijke dag. Gebeurt niet vaak, weet ik ook
wel, maar het kan dus wel.
Goed. De ochtend voor het Grote Afzwemmen. Mijn kleinste
heeft een beetje buikpijn, piept hij. Mijn ervaren oudste, expert op het gebied
van afzwemmen, zegt dat dat over gaat. Dat ik ook een beetje buikpijn heb, houd
ik voor mezelf. Ook ik zit niet op de wijsneuzerij van mijn oudste te wachten.
Daar gaan we. Tas vol kleding en handdoeken. Cadeaus. Mijn
kleinste zit wit op de achterbank terwijl mijn oudste hem moed inpraat. “Kijk,
je moet gewoon je handen boven je hoofd doen, heel diep duiken en zwemmen.
Gewoon zwemmen.” Gewoon zwemmen. Mijn kleinste kijkt uit het raam.
Op het randje kijkt hij ietwat benauwd. Eerst moet hij met
zijn kleren aan onder een mat zwemmen. Dat is een van zijn twee bergen. Hij
wordt gematst door de zwemjuf; ze tilt de mat een beetje op. Omdat zijn jas vol
water loopt, heeft hij namelijk een behoorlijke bochel op zijn rug. Vervolgens
komt berg twee: negen meter onder water en door het gat naar boven. Mijn
kleinste kijkt me aan, ik knipoog en knijp mijn handen fijn. Daar gaat ie. Zijn
haar is al boven water. Wat? Het meisje naast hem zwemt niet door haar eigen
gat maar door die van mijn kleinste. Hij kan er niet doorheen. En komt boven.
Mijn hart gaat als een dolle tekeer. Nee he? Ja. Hij wordt uit het water
gevist. Met een bevend lijf, zijn handen voor zijn mond gevouwen, zie ik m zijn
hoofd schudden naar de juf.
Verslagen loopt hij weer naar de kant. Hij moet nog
een keer. Ik kijk om. Mijn moeder durft niet te kijken. Ik hurk voor zijn baan
alsof ik hem dan door het rottige gat kan trekken. Hij kijkt me deze keer niet
aan als hij erin duikt. Zijn armen langs zijn oren, hij zet af en plonst erin.
Het komt uit zijn tenen. Hij ploegt door het water, op naar het gat. Zijn haar
is inmiddels boven water. Na een zenuwslopende minuut plopt hij aan de andere
kant van het gat omhoog. Het publiek applaudisseert terwijl mijn hartslag
normaliseert.
Feest! Een rondje om het zwembad! |
De rest van het afzwemmen is een eitje voor mijn kleinste.
Dapper harkt hij zowel op zijn rug als zijn buik door het water, drijft als een
dode zeester, watertrappelt alsof hij nooit anders heeft gedaan. De opluchting
is groot als blijkt dat iedereen, ja echt iedereen, zijn C-diploma heeft
gehaald. Ik pink wat tranen weg, knuffel mijn natte jongste fijn en sluit de
periode zwemles af.
Voorgoed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten