Het is weer zover. Het jaarlijkse kerstdiner op school. Dit
jaar had ik me voorgenomen het allemaal iets beter te structureren, op tijd te
beginnen enzo. Toen ik mijn oudste en jongste vroeg wat ik zou maken, riepen
zij als een man: ‘worstenbroodjes. Ha. Dat kan ik.
Vier weken voor het kerstdiner maakte ik al goodiebags voor
de juffen want juffen moet je koesteren. “Je denkt toch niet dat ik dat ga
geven, he?”, hyperde mijn jongste die menselijk contact soms wat ingewikkeld vindt.
Menselijk contact met zijn juf staat boven aan op zijn lijstje van toestanden.
Vanachter zijn tafeltje heeft ie babbels voor tien, maar verder niet. Ik
schudde mijn hoofd. “Nee, dat dacht ik niet nee”, knipoogde ik naar hem.
Ik sloeg voor een weeshuis knakworsten en croissantdeeg in.
En vergat sesamzaadjes. Daar kwam ik achter toen ik wilde bakken. Geeft niks.
Gewoon even naar de super. Zo. Alles in huis. Als een malle rolde ik het deeg
uit, besmeerde het met ketchup, sneed alles in plakjes en rolde er een worst
in.
Omdat ik vind dat mijn mannen lekker schoon aan het diner
moeten verschijnen, zet ik mijn kleinste onder de douche en race naar beneden
om verder te gaan.
“Zeg mam”, vroeg mijn oudste, “is dat wel halal?” Sorry?
Nee. Dit is gewoon een Hollandse sappige knakworst gerold in scharrel
croissantdeeg. Niks mis mee. “Ja, maar dan kunnen Mo en Ali het niet eten.”
Nee. Mo en Ali kunnen het niet eten. Maar gelukkig hebben de moeders van Mo en
Ali waarschijnlijk iets gemaakt dat wel halal is. “Het mooie is, lieve schat,
dat jij alles kunt eten. Hoe cool is dat?”, dans ik door de keuken. Daar had
mijn oudste nog niet aan gedacht.
Ik haal mijn kleinste onder de douche vandaan, mijn grootste
duikt eronder. Alles onder controle. Ik haast me naar de keuken voor de
volgende plaat worstenbroodjes. Paniekerig holt mijn kleinste de keuken in.
“Mam, die broodjes van jou zijn niet Allah”, roept ie. Niet Allah, herhaal ik
dom zijn vraag. “Hij bedoelt halal”, schreeuwt mijn oudste van boven die altijd
alle gesprekken die in dit huis worden gevoerd, volgt. Ik schiet in de lach. Nee. Deze broodjes zijn niet Allah maar hebben wel dezelfde letters als halal.
Net op tijd stampen we alles in de auto. Hollen de school in
en zetten onze worstenbroodjes op tafel. De juf schuift er een kaartje voor:
‘niet halal’. “Kijk”, wijst mijn kleinste op het bordje, “het is niet Allah.” Gierend rijd ik naar huis in mijn auto die naar knakworst
stinkt. Kerstdiner 2015 op school. En we leven allemaal nog… Volgend jaar ga ik
het beter plannen. Echt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten