Omdat ik dagelijks wat krap in mijn tijd zit maar mijn oude
buuf toch de helpende hand wil bieden, heb ik mezelf opgeworpen als kok. Ik
weet niet of ik een kooktalent bezit, maar ik vind het zelf eigenlijk altijd
wel te hachelen wat ik op het vuur heb gezet. Mijn oudste vindt dat ook, die
eet het glazuur van zijn bord, mijn kleinste vindt eten zooo ‘overrated’, en
schuift zijn doperwten als een anorexiapatiënt van de ene naar de andere kant
van zijn bord. Ik wijt dat eigenlijk niet aan mijn kookkunst, maar aan het feit
‘dat ie het dan wel niet nodig zal hebben’.
Ik vind dat mijn buuf wel moet aansterken. Ik kan me
voorstellen dat ze al haar energie nodig heeft om op te knappen en geen zin
heeft in het bedenken van een avondmaaltijd, het doen –of laten doen- van boodschappen en het vervolgens ook nog
eens in de juiste volgorde op het gas te zetten. Dus dat doe ik.
Gisteren
brouwde ik een geweldig hartversterkend kippensoepje; lekker bouillonnetje van
een kippenpoot getrokken. Heerlijk. De dag ervoor spaghetti met koolraap -verzin
het maar- en de dag daarvoor een Ierse ovenschotel. “Hoeveel krijg je van me?”,
vraagt ze bloedserieus. Niks natuurlijk. “Zorg nou maar dat je weer de oude
wordt.” Ze zet de bakjes in de koelkast. “Wil je even naar mijn voeten
kijken?”, vraagt ze me. Nou, liever niet. Ik vind voeten van anderen altijd een
beetje vies. Voor ik het weet staat ze voor me. Aan haar voeten zitten twee
zwart glimmende veterschoentjes. Een beetje van die postbodeschoenen van
vroeger. “Verschrikkelijk hè?”, peilt ze mijn mening. Ik kijk haar aan en schud
mijn hoofd. “Helemaal niet. Ik vind ze erg leuk. Sterker: ik zou ze zo gekocht
kunnen hebben.” Mijn oude buuf denkt dat ik haar in de maling neem. Niets is
minder waar. “Deze schoenen zijn op maat gemaakt. Ik kon ze vanochtend
ophalen.” Op maat gemaakt? Heb ik een ziekte of blessure gemist? “Nee”, lacht
de buuf, “ik had van die rare knokkels aan de zijkanten van mijn voeten en
paste amper met die voeten in normale schoenen”, legt ze uit. Ze vindt haar
nieuwe stappers afzichtelijk. De podoloog heeft haar op haar hart gedrukt de
schoenen in te lopen. ’s Ochtends en ’s middags een uurtje in huis aan. “Nou
ja”, haalt mijn buuf haar schouders op, “met zere voeten leven is ook niks.”
De volgende dag zit ik aan de achtertafel achter mijn
laptop. In mijn ooghoeken zie ik iets voorbij schuifelen. Ik kijk op. Driftig
zwaait mijn oude buuf. Ik loop naar de deur. “Ik ga even naar Cornelia. Kijken
of dat lukt”, stiefelt ze verder. “Vraag wat ze van je nieuwe schoenen vindt”,
roep ik haar na. Grinnikend draait ze zich om. Ik denk dat ik het antwoord al
weet.
Kijk, deze postsnuiter heeft ook van die fijne stappers aan. |
Meer blogs lezen? Ga dan naar www.damespraatjes.nl daar staat elke week een verse blog van mij!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten