Ja, achter de schuttingen vinden allerlei bezigheden plaats... |
“Godnondeju! Wat een takkeding!”, hoor ik aan de andere kant
van de schutting. Dat is niet mijn oude, keurige buuf, nee, dat is haar
tuinman. “Met dit ding kan ik toch geen gras maaien. Dat kan niet. Dat kan
gewoon niet.” Hoewel ik haar niet kan zien, weet ik zeker dat ze haar
schoudertjes ophaalt. De tuinman baggert door de grasmat. “Oooohoooh, livin on
a prayeeeer”, zingt hij nu heel vals mee met Bon Jovi. “He? Wat zegguuu? Een kopje thee? Hebbuuu ook cola?” Het wordt rustig aan de
andere kant van de schutting. Mijn oude buuf drinkt een kopje thee met haar
tuinman. Na een stief kwartiertje gaat ie weer aan de gang.
“Ik wil een heidetuin”, vertrouwde mijn oude buuf mij laatst
toe. Om daar een begin mee te maken, had ze twee minuscule plantjes hei
gekocht. “Kijk, daar staan ze”, wees ze me. Ik keek haar aan. “Wat denk je? Zal
ik ze nog weelderig en tierig zien worden?”, grinnikte ze. Ik vrees het niet. Naast
die minuscule plantjes hei staat er in haar tuin een scheve heg, een veel te
grote kluit lavendel, struikjes die al jaren terug overleden zijn en hier een
daar een verdwaalde bloembol. Deze flora is geplant in een uitermate hobbelig
landschap. Of liever gezegd: de tuinman heeft voor deze hobbelige toestand
gezorgd. Die kan namelijk niets normaal. De deur van zijn Opel Corsa doet ie niet met zijn hand
dicht, nee, daar gebruikt hij zijn rechterbeen voor. Ik probeer het te vermijden,
maar mocht ik onverhoopt naar buiten moeten als hij de voortuin onder handen
neemt, zorg ik dat ik een helm op heb. De keren dat de bezem van de steel
afvloog zijn niet te tellen. Als ie blad weg blaast, zit ons hele huis onder de
tuinafval. En als hij harkt, ja, dan er ontstaan er hobbels. Veel hobbels.
“Ach, het is zo’n aardige jongen”, vergoelijkt mijn oude
buuf de brute tuinman als ik vraag waarom ze m steeds weer belt. Driftig veegt
ie bladeren van het pad. “Waar motten die bollen kommen?”, vraagt ie mijn oude
buuf, terwijl hij met een enorme schep kuilen graaft. Mijn oude buuf aarzelt.
Dat duurt hem te lang. Hopsa. Hij flikkert de bollen in de door hem gegraven
kuilen. “Dan is het verrassing wanneer er bloemetjes komen”, grijnst hij dom.
Mijn oude buuf knikt. Ook dom.
Niet veel later gaat de telefoon. Mijn oude buuf. “Ik kom
eens even vragen hoe het met je is. Jij bent ook altijd druk he? Ik zei laatst
nog tegen Cornelia, meid, zei ik, mijn buurvrouw is een bezig bijtje. Je hebt
ook zulke leuke jongetjes. Enig. Echt enig. Mijn tuinman vindt dat ik een nieuwe
grasmaaier moet kopen. Hij zegt dat hij met dat oude ding van mij niet kan
werken. Nou, dat moet hij dan maar zelf regelen. Hoe moet ik zo’n grasmaaier
thuis krijgen? Kan ‘m moeilijk op mijn rug nemen.” Abrupt staakt ze het gesprek.
“Oh!”, zegt ze zacht, “ik moet ophangen. De tuinman bonkt tegen het raam. Hij
wil zijn geld.” Ik hoop dat haar raam er nog in zit. Als ik de Opel Corsa knoerthard de straat uit zie en vooral hoor
rijden, gaat de telefoon weer. Mijn oude buuf.
Of ik een kopje thee kom drinken. “Hebbuuu ook cola?”, gier ik het uit.
Hoewel ze geen idee waarom heeft, giechelt ze vrolijk met me mee. En schenkt
een cola voor me in.
Het duurt nog wel even voordat mijn oude buuf zulke grote mooie heideplanten in haar tuintje heeft staan.... |
Wat heb je toch een lief buurvrouwtje. Zij ook overigens :-)
BeantwoordenVerwijderen