‘Ah bah wat un misère. Als Marco staat te blèren…’ neurie ik
zachtjes. Ik heb straks een interview. Een interview met Marco Bakker.
Telefonisch maar toch. Marco Bakker. Eigenlijk heb ik me nooit verdiept in deze
operazanger. Ik ken hem van de film van Theo en Thea, waarin hij een rol speelt.
De ontmaskering van het Tenenkaasimperium. Geinige film. En uit dat liedje van
Doe Maar dus. Doris Day. Ja, en van dat ongeluk. Maar verder? Nee.
Hier ken ik Marco Bakker van: De Ontmaskering van het Tenenkaasimperium! |
“Ja, eigenlijk zou iemand anders Marco interviewen, maar die
kan niet. Wil jij? Kan jij? Heb je wel eens zo iemand geïnterviewd?”, vraagt de
eindredacteur van het magazine waarvoor ik schrijf. Nee. Dat heb ik niet. Maar
wat kan me gebeuren? Omdat ik graag tegen deadlines duw, ben ik ook nu weer
rijkelijk laat met het afspreken van een telefonisch interview. Ai.
Als ik wakker word, realiseer ik me dat dit de laatste dag
is dat het mogelijk is hem te interviewen. Morgen vliegt ie naar de Antillen.
Het is kwart over zes en de stressvlekken vliegen in mijn nek. Waarom moet ik
altijd alles uitstellen tot het laatst? Ik ga bellen. Nee! Natuurlijk ga ik
niet bellen. Het is kwart over zes. Marco ziet me aankomen. Oké. Niet bellen.
Wat dan? Oh ja. Ik ga hem smsen wanneer het schikt dat ik hem kan bellen. Alsof
ik naar de voorzitter van de voetbalclub sms, stuur ik de Bekende Marco Bakker
een smsje. Rond half tien antwoordt hij uiterst vriendelijk. We smsen wat heen
en weer en komen tot een afspraak. Half zeven. ’s Avonds.
Ik speur internet af, lees van alles over Marco Bakker,
bereid mijn vragen voor en leef de dag. Om er zeker van te zijn dat mijn
boenders niet in mijn oor gaan tetteren of het huis verbouwen terwijl ik Marco
bel, stal ik ze bij mijn ouders. “Ja, ben iets later. Moet even Marco Bakker
interviewen”, zeg ik zo nonchalant mogelijk, terwijl alles in me juicht. Ik
vind het leuk. Ik vind het spannend. Ik vind het een eer. Om vijf voor half
zeven is het doodstil in ons huis. Oké. Ik ga zo bellen. Ik zoek in mijn
contacpersonen. Ja. Daar staat ie. Marco Bakker. Ik bel m. “Hallooooooo”,
klinkt het zangerig aan de andere kant. Ik slik. Marco Bakker. Ik heb hem aan
de lijn. Zal ik zeggen dat ik best een beetje zenuwachtig ben. Nee! Das
onprofessioneel. En dan volg ik eindelijk een tip van mijn oud-collega Esther op.
“Beeld je in dat hij naakt is. Dan is het ineens ook zomaar een mens.” Ik moet
toegeven, het is een beetje pikant, maar hee, het werkt. Mijn stem wordt
rustig, ik maak zelfs grapjes en heb een prettig gesprek met Marco Bakker, die
ook als ie praat een stem als een klok heeft. Als het gesprek klaar is en ik
hem een prettige reis wens, kleed ik ‘m in mijn hoofd weer netjes aan. Marco
Bakker in een strak zwart pak met een vlinderstrikje is toch net ff een
aangenamer beeld.
Als een zot schrijf ik mee tijdens het gesprek. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten